Misstand Huis van Bewaring Almelo

  • -

Misstand Huis van Bewaring Almelo

WAARSCHUWING!
Onderstaand kan als schokkend worden ervaren.

Citaat ontleent uit het boek:

KAMPTOESTANDEN 1944 – ’45 – ‘48 – Rapport Dr. Van der Vaart Smit, Prof. MR. G.M.G.H. Russel
N.V. Uitgeverij Keizerskroon- Haarlem

“Van het huis van bewaring te Almelo meen ik als meer dan ergerlijk te moeten noemen hoe hier de straf bestond van de dusgenaamde ‘moffentrap’. Het slaan gejammer der slachtoffers werd hier dan …  slachtoffer kreeg dan bevel zich gebukt, de benen wijd uit elkaar, op te stellen; de bewaker, die de straf voltrok, nam van achteren zijn aanloop en gaf met zijn zware soldatenlaars de ongelukkige een geweldige trap tegen de geslachtsdelen. Dit moet een onduldbare pijn. Men beledigt de beesten wanneer men dit beestachtig noemt. Specialiteit in deze straf was volgens de getuigen de bewaarder I. Getuige, aan wie deze straf ook zelve werd toegepast, is onder andere de heer H. Neumann, Prinsekampweg 4 te Almelo. Ook elders kwam deze mishandeling voor. Te Almelo is het verder nieuw aangekomen groepen herhaaldelijk gebeurd, dat de officiële bewakers samen met NBS-mannen deze groepen buiten opstelden, gezicht tegen de muur, en dan allen op de rij af van achteren met een gummiknuppel dermate op het hoofd sloegen, dat de mensen bewusteloos neervielen. Gehele rijen! Spelenderwijs! Bij verhoren werden de mensen hier vaak aldus aangepakt: Men dwong hen hun hemd over het hoofd te trekken, zodat zij niet konden zien waar de slagen vandaan kwamen, en sloeg er dan, met alles wat men vangen en grijpen kon, op los. Het gehuil en gejammer der slachtoffers werd hier dag en nacht gehoord. De bewakers J., K., M., N., O., en P., sloegen onophoudelijk. Ook katwatsen werden hierbij gebruikt. Een geval is bekend van een uitgeslagen oog, dat op de wang bleef hangen en wonder boven wonder toch nog terecht is gekomen. Tot de meest mishandelden behoren hier A. ten Oever, Slettenaar, Nijboer, Schalk en Rutgers. Deze mishandelingen vonden regelmatig tot eind 1946 plaats. Ook de PRA-mannen waren hieraan schuldig, onder andere Q., R., S., en T. Met hun medewerking is bijvoorbeeld de heer Kip uit Ootmarsum na verschrikkelijk toegetakeld te zijn dermate opgehangen, omdat hij met zijn tenen nog juist de grond bereiken kon in deze toestand opnieuw eindeloos geslagen, ten slotte in de ‘ijzeren kooi’ opgesloten. Ook heeft dit mishandelen in het bijzijn van een ‘dame’, mej. U., plaatsgevonden. Te hare believe lieten J., en enkele PRA-mannen een aantal gevangenen eerst ontbloot eb geblinddoekt een tijdlang op de stenen vloer liggen, totdat zij goed koud waren, wierpen toen een aantal emmers water over hun slachtoffers uit en sloegen er toen met allerlei voorwerpen blindelings op les. Kentekenend voor de mentaliteit hier is onder andere, hoe men zekere Bonko Rutgers, een sterke jongeman, eerst in de ijzeren kooi sloot, toen zijn oude vader voor de tralies haalde en de grijze voor de ogen van zijn machteloos toeziende zoon vreselijk sloeg, tot de oude er bewusteloos bij neer lag. Dit was als ‘straf’ voor de zoon bedoeld.”


ARCHIEF

ZOEKEN