Documentaire 9 delen – 4. Welvaart, Beroving, Honger
Bekijk hier de vierde documentaire: Welvaart, Beroving, Honger
In de eerste anderhalf jaar na de Duitse inval, dus tot eind 1941, ging het met de Nederlandse economie eigenlijk veel beter dan over het algemeen wordt aangenomen. Na enige tijd begonnen Duitse instanties en vooral de Wehrmacht zoveel orders te plaatsen bij het Nederlands bedrijfsleven dat hier een forse groei ontstond.
Pas veel later stortte de productie in, door gebrek aan grondstoffen en vooral door gebrek aan werknemers, die massaal naar Duitsland werden afgevoerd om daar te werken.
Tot deze conclusies komt deel 4 van de serie De Oorlog, die zondag 15 november wordt uitgezonden, op Nederland 2, om kwart over acht. De economie tijdens de bezettingsperiode staat in deze aflevering centraal, en daarbij komen tal van nieuwe, onverwachte gezichtspunten aan de orde.
In het begin van de oorlog hebben ondernemers geregeld bij de overheid geïnformeerd of ze wel orders van Duitse instantie mochten aannemen. De ambtenaren op het ministerie van economische zaken gaven vrijwel altijd groen licht – het leven moest doorgaan en het was van belang dat er weer banen bijkwamen. Door de crisis en de Duitse inval was het aantal werklozen hoog opgelopen, maar na een half jaar al meldde rijkscommissaris Seyss-Inquart trots dat de werkloosheid in Nederland ‘was opgelost’.
Tegelijk wordt in de tv-serie van de NPS duidelijk dat veel Duitse instanties in Nederland hun rekeningen betaalden met een soort nepgeld, dat de gewichtige naam ‘Reichskreditkassenscheine’ had gekregen. Bedrijven konden voor die papieren bij de bank gewoon gulden krijgen. En banken kregen bij de Nederlandse Bank ook guldens, maar de schatkist werd voor deze enorme bedragen nooit gecompenseerd.
Daardoor moest de staat geld bijdrukken en ontstond een hevige inflatie. Later zorgden nog meer nazi-trucs ervoor dat de Nederlandse schatkist werd geplunderd. De laatste jaren betaalde Nederland vele miljoenen per maand aan ‘bezettingskosten’ en aan bijdragen aan de oorlogvoering tegen het communisme.
Ook Duitse soldaten in Nederland konden met dat nepgeld betalen, waardoor zij zich hier heel veel konden permitteren. Hun koopgedrag leidde vaak tot grote ergernis bij de Nederlandse bevolking. Die kreeg het toch al steeds moeilijker omdat voedsel, en ook onmisbare levensbehoeften als brandstof en kleding alleen verkrijgbaar waren tegen inlevering van distributiebonnen. Dat systeem bracht veel vertraging, bureaucratie en dus ergernis teweeg, maar het heeft tijdens de bezetting wél gewerkt.
Historisch onderzoek heeft aangetoond dat het distributiesystreem er in Nederland toe heeft geleid dat de schaarste eerlijk werd verdeeld en dat er daardoor in de eerste jaren van de oorlog geen groepen het slachtoffer zijn geworden van honger en voedselschaarste. Vanaf najaar 1944 werd dat anders in de steden in het westen, waar de hongerwinter uitbrak, maar dat had een andere oorzaak: de voedselblokkade van de Duitsers nadat in Nederland de spoorwegstaking was afgekondigd.
De grote klap voor de Nederlandse productiecapaciteit was in feite het gebrek aan arbeidskrachten, dat in de loop der tijden steeds heviger werd. In totaal zijn er meer dan 550.000 Nederlanders, vooral mannen, in Duitsland te werk gesteld, een deel vrijwillig, maar het merendeel gedwongen. In deel 4 van De Oorlog staat presentator Rob Trip uitvoerig stil bij hun lot.
Dat liep nogal uiteen, sommigen hadden het niet slecht in Duitsland, maar heel veel Nederlandse mannen hebben daar veel ontberingen moeten doorstaan. Er zijn veel brieven en dagboeken bewaard gebleven waaruit Rob Trip citeert. Het Rode Kruis schat het aantal werkenden dat niet levend uit Duitsland is teruggekeerd op tegen de 30.000.
In de serie zijn bijzondere filmbeelden te zien uit Duitse dwangarbeidprojecten, zelfs in kleur. Zij brengen de omstandigheden daar wel pijnlijk dichtbij.
Het gedwongen vertrek van arbeidskrachten betekende de doodsklap voor heel veel bedrijven. In de serie De Oorlog worden de ontwikkelingen in de Haarlemse chocoladefabriek Droste op de voet gevolgd. Het bedrijfsarchief is bewaard gebleven en bovendien is er een dagboek van de weduwe van de voormalige directeur, die het bedrijf na de dood van haar man runde. Aan de hand van Droste is goed na te gaan hoe het met de Nederlandse economie vanaf 1942 snel bergafwaarts ging, met een totale verarming in 1945 als gevolg.
Zondag 15 november, NPS, De Oorlog deel 4, Welvaart, beroving, honger, Nederland 2, 20.15 uur
Herhaling: zaterdag 21 november, Nederland 2, 13.40u