Oorlogsgeheimen – Theaterstuk

  • -

Oorlogsgeheimen – Theaterstuk

Oorlogsgeheimen - Theaterstuk 2012In 2011 bracht Van Engelenburg Theaterproducties de succesvolle musical ‘Achtste Groepers Huilen Niet’, gebaseerd op het gelijknamige boek van Jacques Vriens, naar Nederlandse theaters en deze voorstelling was al in 2009 op scholen te zien. Vanaf januari 2013 staat ‘Oorlogsgeheimen’ op de planken, naar aanleiding van het historische kinderboek dat Vriens in 2007 uitbracht. Het eerste voorproefje vindt plaats op 17 december in Amsterdam, waar het Polanen Theater haar deuren opent voor een kijkje tijdens de eerste repetities en een interview met acteurs Maarten Ebbers, Ida van Dril en met de succesvolle kinderboekenschrijver zelf.

Tweede Wereldoorlog
‘Oorlogsgeheimen’ speelt zich in een Zuid-Limburgs dorpje in 1943. De elfjarige Tuur en zijn buurmeisje Maartje vinden de bezetting door de Duitsers in eerste instantie best spannend, maar langzamerhand komen ze erachter dat oorlog eigenlijk een vreselijk iets is. De volwassenen in hun omgeving proberen zoveel mogelijk geheim te houden, bijvoorbeeld dat er een Engelse soldaat op zolder verstopt zit of dat hun meester bij de NSB zit en de Duitsers helpt. Maar dan blijkt dat Maartje zelf ook een groot en gevaarlijk geheim met zich meedraagt…

Theater als verlengstuk
Acteur Maarten Ebbers legt uit dat de musical eigenlijk een vervolg is op het boek. Het stuk begint dan ook ruim tien jaar later, in 1955. Tuur is inmiddels schoolmeester geworden en wordt door zijn klas bestookt met vragen over de oorlog. Hij wil best vertellen over de NSB’ers, de kanonnen en het vluchten in de Mergelgrotten, maar Tuur krijgt Maartje niet uit zijn hoofd. Wat er tijdens de oorlog precies met hen is gebeurd, wordt duidelijk gemaakt middels flashbacks. Op die manier wisselen niet alleen heden en verleden, maar als het ware ook theaterstuk en boek elkaar af. Deze opzet, waarin Tuur als schoolmeester terugdenkt aan de oorlog, kan Jacques Vriens enorm waarderen. Op de lagere school hing Vriens zelf ook aan de lippen van de meester wanneer deze vertelde over de oorlog. Het is volgens hem op zich prima dat kinderen de oorlog als spannend en avontuurlijk zien, maar met ‘Oorlogsgeheimen’ wilde Vriens laten zien dat oorlog vreselijk is. “Het belangrijkste om te onthouden, is dat je zomaar mensen kwijt kunt raken die belangrijk voor je zijn, waar je van houdt, waar je om geeft.”

Nieuwe verhalen
Zoals in veel van zijn boeken, heeft Vriens opnieuw geput uit zijn eigen leefomgeving. ‘Oorlogsgeheimen’ speelt zich af in Zuid-Limburg, waar Vriens veertien jaar geleden naartoe verhuisde en waar hij stuitte op nieuwe verhalen over de oorlog, die nog niet eerder beschreven waren in de kinderliteratuur. In het zuidelijkste puntje van de provincie heeft men bijvoorbeeld geen hongerwinter gekend en vond de bevrijding al in september 1944 plaats. “Wat mij fascineerde was dat de NSB een grote aanhang had in Zuid-Limburg, ook bij ons in het dorp. Aan de andere kant zaten er ook mensen in het verzet. Dat was heel dubbel.” Voor Vriens ontstond al snel de vraag hoe het voor een kind zou zijn om op te groeien in een dergelijke situatie. Wat weet je en wat wordt er geheim gehouden? Vriens dook in de geschiedenis van de Zuid-Limburgse dorpen en heeft mensen geïnterviewd die ongeveer acht jaar waren toen de oorlog uitbrak. “Ik nodigde ze thuis uit, zorgde voor koffie, bier, vlaai en jenever. Je moet wel zorgen dat ze iets vertellen.” Eén vraag bleek genoeg om de verhalen los te laten komen. Zoals het verhaal van de valse meester die bijvoorbeeld achteloos aan zijn klas vroeg of iemand nog iets over de invasie op de radio had gehoord. “Er was altijd wel een kind dat zijn vinger opstak en nog diezelfde middag vielen de Duitsers daar binnen. Zo ging dat.” ‘Oorlogsgeheimen’ mag dan een fictief boek zijn, er staan wel degelijk waargebeurde verhalen in.

Grote beesten
Ook in de voorstelling komen levensechte voorbeelden voor. Zo herinnert Tuur zich hoe Rosa, een meisje uit het dorp dat met een Duitser omging, als straf midden op straat werd kaalgeschoren en uitgescholden. Het maakt duidelijk hoe Tuur als kind de oorlog heeft beleefd en welke heftige gebeurtenissen hem zijn bijgebleven. Aan de andere kant is er ook plaats voor humor. Wanneer het alarm klinkt en Tuur en Maartje moeten vluchten, raken de kinderen elkaar kwijt. Later blijkt dat Maartje eerst de koeien nog vast moest zetten, anders zouden die in paniek wegrennen. “Durf jij de koeien vast te zetten? Die grote beesten?”, vraagt Tuur haar vol ongeloof. Op dat moment lijkt hij banger voor de koeien dan voor de oorlog, wat zowel humoristisch is als laat zien hoe een (onwetend) kind in de oorlog staat. De dreiging en het gevaar gaan in eerste instantie aan hen voorbij. Tuur en Maartje hebben namelijk ook nog andere zorgen. Zoals de straf die hen boven het hoofd hangt wanneer ze te laat op school komen, of hun ontluikende verliefdheid. Zo komt spanning op allerlei speelse manieren terug in de voorstelling. Maar ondanks deze speelsheid zullen de kinderen in het publiek af en toe rechtop in hun stoel zitten, denkt Ida van Dril. Daarnaast is het spannend voor Van Dril en Ebbers om de voorstelling te spelen, want met z’n tweeën nemen ze alle rollen in het stuk op zich. Dit gaat hen echter in de openingsscène al heel goed af. Ook Vriens heeft er het volste vertrouwen in: “Ik zie het nu voor het eerst en ik heb er een heel goed gevoel bij. Dit wordt een prachtige voorstelling.”

De familievoorstelling (9+) ‘Oorlogsgeheimen’ is vanaf 18 januari 2013 in verschillende theaters en scholen in het land te zien.


ARCHIEF

ZOEKEN

EnglishGermanFrenchDutch