Werkstuk – “De psychische gevolgen van kinderen van de NSB” – HAVO 5 – Esther Ekkelkamp & Myrte Knol – 20 januari 2014

  • -

Werkstuk – “De psychische gevolgen van kinderen van de NSB” – HAVO 5 – Esther Ekkelkamp & Myrte Knol – 20 januari 2014

Profielwerkstuk NSB 2013/2014
Esther Ekkelkamp & Myrte Knol
Meneer Menger

“Mensen hebben niet door hoe erg de kinderen van NSB’ers het hebben gehad en hoe ze zich nog steeds zo schuldig en angstig voelen. Terwijl de kinderen van de NSB’ers er helemaal niets aan kunnen doen omdat zij geen inspraak hebben in de beslissingen van hun vader of moeder.”

Lees hier dit zeer indrukwekkende  werkstuk van deze jonge studenten!

Inhoudsopgave
Stel je voor… 3
Het ontstaan van het nationaalsocialisme in Nederland 3
Het nationaalsocialisme 3
Nationaalsocialisme in Nederland 4
De verandering van de NSB in de Tweede Wereldoorlog 4
Anton Mussert 4
Rituelen van de NSB 4
De invloed van de NSB in een dorp en in een stad 6
Het pesten 6
Hoe werden de kinderen gepest? 6
De psychische gevolgen van de kinderen van de NSB 7
Kijk op kinderen van NSB’ers 9
Literatuuronderzoek 17
Conclusie 18
Conclusie uit onderzoek 18
Conclusie over de psychische gevolgen 18
Eigen conclusie 18
Slotwoord 19
Samenwerking 19
Het ontstaan van ons werkstuk 19
Wat hebben wij geleerd? 20
Bronnenlijst 20
Bijlage 31
Mevrouw Diele 33
Voorzitter van de Joodse gemeenschap 35
Notities van interviews Ray Teyken en Jeanne Diele 37
Ray Teyken, voorzitter Joodse gemeenschap. 37
Verschil dorp en stad 37
Jeanne Diele, kind van een NSB’er 39

Voorwoord
Wij zijn Esther Ekkelkamp en Myrte Knol en zitten allebei in Havo 5, van het Vechdal College Ommen. Elke leerling die in Havo 5 zit moet het hele jaar werken aan het profielwerkstuk dat je aan het eind van het jaar moet inleveren en een paar weken later moet gaan presenteren. Ook wij moesten een profielwerkstuk maken. Wij hadden ‘De psychische gevolgen van de kinderen van de NSB’ als onderwerp van ons profielstuk.

In Havo 4 hadden wij een presentatie gezien van Mevrouw Diele, haar vader was NSB’er, dus zij was een kind van een NSB’er. Die presentatie interesseerde ons heel erg en daar wilden wij eigenlijk wel wat mee gaan doen. We wilden er dieper op ingaan en wij wilden niet dat dit onderwerp stil bleef staan en dat er niet meer naar omgekeken werd.

Mensen hebben niet door hoe erg de kinderen van NSB’ers het hebben gehad en hoe ze zich nog steeds zo schuldig en angstig voelen. Terwijl de kinderen van de NSB’ers er helemaal niets aan kunnen doen omdat zij geen inspraak hebben in de beslissingen van hun vader of moeder.

In ons werkstuk staan de psychische gevolgen van de kinderen van de NSB centraal, daarom heen hebben wij nog wat belangrijke informatie van de NSB en het nationaalsocialisme. Dit schetst een beter beeld van de situatie waarin de kinderen van de NSB’ers zich bevonden.

In het eerste hoofdstuk beschrijven wij een korte introductie van het onderwerp, gebaseerd op het verhaal van Mevrouw Diele. Wij hebben haar mogen interviewen en zij heeft ons veel informatie kunnen geven. Mevrouw Diele is werkzaam bij Stichting Werkgroep Herkenning in Westerbork. Stichting Werkgroep Herkenning geeft hulp aan kinderen en kleinkinderen van NSB’ers. Mevrouw Diele houdt groepsgesprekken met hun en probeert de gevolgen van de kinderen van de NSB te ontdekken.

In ons tweede hoofdstuk leggen wij uit wat het nationaalsocialisme en de NSB inhoudt en het ontstaan ervan. Ook leggen wij de NSB verder uit, met onder andere de rituelen ervan en we vertellen wat over de leider Anton Mussert.

Ons derde hoofdstuk, het verschil van de NSB in een dorp en een stad, is een kleine deelvraag die wij behandelen. Wij wilden dit onderzoeken omdat mensen daar zelf weinig aandacht aan besteden.

Het vierde hoofdstuk gaat over het pesten van de kinderen van de NSB. Als voorbeeld hebben wij Mevrouw Diele genomen, zij heeft in het interview hier veel over verteld. Ze heeft haar ervaringen met ons gedeeld. Daarnaast hebben wij het meer representatief gemaakt door andere ervaringen er bij te gebruiken.

Het vijfde hoofdstuk is onze hoofdvraag. Hierbij hebben wij alle gevolgen die de kinderen van de NSB kunnen hebben uitgebreid beschreven en uitgelegd. Daarnaast hebben wij ook nog een aantal interviews gehouden met familieleden over de kijk op de kinderen van de NSB en de NSB zelf.
In het laatste hoofdstuk hebben wij deze interviews samengevat en daaruit een conclusie getrokken. We hebben hierbij ook weer citaten uit verschillende boeken gebruikt. Om de meningen van de geïnterviewde te versterken.

Stel je voor…
Je bent een meisje van 3 jaar als de oorlog begint , je hebt nog een jonger broertje van 1 en nog een oudere broer van 5. Je vader heeft een apotheek en je moeder doet thuis het huishouden. Maar dan verandert opeens alles, je vader heeft geen werk meer maar is toch elke dag weg.

Eerst merk je nog niet zoveel van de oorlog omdat je ouders net doen als of er niets aan de hand is. Maar na een jaar of twee, als je naar de basisschool gaat, merk je opeens dat de kindjes niet met je willen spelen. En dat er thuis zo geheimzinnig wordt gedaan. En als je ook nog eens geen antwoord krijgt op de vragen die je stelt zoals: ‘Mam, waarom willen de kindjes op school niet met me spelen?’ Of ‘pap, waarom kijken ze ons zo boos aan als we samen over straat lopen?’ dan ga je toch twijfelen aan jezelf of je het wel goed doet, en of je er wel leuk uitziet!

En stel je nou eens voor wanneer je opeens snel wat spulletjes in je koffertje moet doen, en je vader en moeder vertellen ‘dat we op vakantie gaan naar Duitsland’. Terwijl jij en je broertjes de volgende dag gewoon school hebben. En als je dat hele stuk van Duitsland naar huis bent gelopen, er achter komt dat er in jullie huis iemand anders woont. Dat het antiek en het nieuwe servies van je moeder bij de overburen in de vensterbank staat. Dan staat je hele leven toch even stil als een 7 jarig meisje. Vooral wanneer je hoort als de oorlog voorbij is en jij met een oranje strik in je haar thuis komt van school en je moeder het meteen uit je haar haalt, en zegt dat je niet blij moet zijn.

Dat je met het hele gezin moet verhuizen en niets moet zeggen over waar papa heeft gewerkt. Je snapt er helemaal niks meer van, want papa is toch helemaal niet verkeerd? Papa heeft toch niks gedaan? In 1947 kom je in Den Haag te wonen met je ouders en je broertjes en iedereen kijkt tegen je vader op, ze noemen hem zelfs ‘Meneer de Baron’.
Zo’n 40 jaar later belt je kleine broertje je op en vertelt dat hij een document over je vader heeft gevonden. Snel spring je in de auto naar je broertje, jullie lezen samen de documenten over je vader en dan lees je opeens dat: je vader mee ging op razzia’s en er daardoor een gezin door hem is opgepakt, naar een kamp is gestuurd en nooit meer is teruggekomen. Ook lees je dat hij landwachter was en dat hij mensen heeft verraden die ondergedoken zaten. En dan lees je dat je vader veroordeeld was en een gevangenisstraf moest uitzitten maar, naar later bleek, hij dit niet gedaan heeft; dat hij een soort ‘taakstraf’ kreeg.

Onder al die documenten zie je een klein documentje met de naam van je moeder, je schrikt, je leest dat je moeder ook heeft meegeholpen in een soort verzorgingshuis waar ze gewonde NSB’ers en hun kinderen opvingen en waar ze ook eten kookte voor hen.

Nadat je dit gelezen hebt, zeg je je broertje gedag, stapt de deur uit, rijdt naar huis en gaat slapen. ‘s Nachts wordt je wakker en schreeuwt opeens ‘Moordenaar, ze hadden je levenslang moeten geven’. De dagen erna ben je zo verschrikkelijk boos op je vader, maar daarna ga je denken: ‘Goh voor mij was hij wel een goeie vader, en hij heeft mij geen kwaad gedaan. Alleen wat hij bij anderen deed was verkeerd.’

Toch wil je iets met dit verhaal doen, en je gaat naar Westerbork waar ze een speciale werkgroep hebben voor mensen met zulke verhalen, ze zijn geïnteresseerd in je verhaal en vragen of je het ook op scholen wil vertellen. Je stemt er mee in en zo kan je iets doen met het verhaal van je vader.

Het ontstaan van het nationaalsocialisme in Nederland

Het nationaalsocialisme
Het nationaalsocialisme nam sterk toe in Duitsland in 1918. Dat komt doordat er een revolutie woedde en de keizer ging vluchten. Op dat moment verblijft Adolf Hitler in een militair hospitaal, hij wil weer terug in de politiek en aan de macht komen. Adolf Hitler was erg voor het nationaalsocialisme en dat zette hij voort.

In 1920 richtte hij de NSDAP op. De NSDAP betekent Nationalsozialistische Deutsche Arbeiter Partei. Hitler wil een partij die de Duitse arbeiders weet te winnen en die mensen moeten hem begrijpen. Dat is goed gelukt, want Hitler beloofde veel goede dingen voor het land. Het land verkeerde in een grote economische recessie, er heerste veel armoede en werkloosheid. Hitler beloofde een sterke groei voor de economie, wat dus werk opleverde en hoger inkomen, zodat je voor je gezin kon gaan zorgen. Veel mensen werden aanhanger van de NSDAP.

Ook wil Hitler een partij die wil leren van de vijand wat betreft organisatie en het misleiden van de mensen. Hij overtuigde mensen van de onwaarheid.

Niet alleen in Duitsland was er grote daling van de economie. Ook in Nederland was er een economische recessie. In Nederland was er veel werkloosheid en armoede. In de kleine dorpjes, zoals in Drenthe merkte je het heel goed. Dat komt omdat in de kleine dorpjes weinig productie was. Daar waren meer de boerderijen die hun eigen productie deden, maar als dat niet goed werd verkocht, kreeg je geen winst.

Citaat W. Banning, het Nationaal-Socialisme: ‘Toen de uitslagen der laatste verkiezingen weer nieuwe winst aan de nazi’s bracht, telegrafeerde men uit Genève aan de pers, dat de buitenlandse ministers zeer onder de indruk en bezorgd waren – dat is eerlijk gezegd, huichelarij; juist de leden van de Volkenbond, de leiders der politiek na ’18, hebben een ontzettend groot aandeel in het nieuwe Duitse nationalisme; als zij schrikken, laat ze dan schrikken van hun eigen werk, hun eigen systeem.

In het bovenstaande ligt tevens besloten de reden van mijn geloof, dat het nationaal-socialisme in Nederland weinig kans heeft. Men kan natuurlijk ook in ons land wijzen op sociale strekkingen van verwante aarde: middenstand, boeren en intellektuelen zitten ook hier in de knel, en aan begeerte om de sociaal- demokratie terug te dringen, ontbreekt het hier ook niet. Maar het Nederlandse volk heeft geen verloren wereldoorlog, geen vernederende vrede, geen inflatiechaos meegemaakt, het wordt niet door een buitenlands kapitaal op de been gehouden, het wordt door het buitenland niet als een barbaar behandeld – kortom er leeft bij ons volk geen massaal minderwaardigheidskomplex, dat in een extreem nationalisme kompensatie zoekt.’ (Banning, 1932)

Uit dit stukje wat W. Banning schreef in zijn boek ‘Het nationaal – socialisme’ blijkt dat niet iedereen inzag in dat het nationaalsocialisme in Nederland zou gaan werken. Niet iedereen was het er mee eens. In Nederland was er een democratie en de ministers hebben niet een grote invloed op Nederland. Natuurlijk besturen zij het land, maar ook de burgers hadden het recht op zeggenschap en op stemrecht.

Nationaalsocialisme in Nederland
In Nederland was er ook een nationaal – socialistische partij, de NSB. NSB is een afkorting voor: Nationaal Socialistische Beweging, opgericht door Anton Mussert en Cornelis van Geelkerken. De NSB heeft bestaan van 1931 tot 1945. De NSB was een collaboratiepartij, wat betekent dat het samenwerkte met de vijand. In de Tweede Wereldoorlog had de NSB een grote rol. Zij werkten samen met de Duitsers.

Mussert was al vroeg geïnteresseerd in de nationale en internationale politieke vraagstukken. Zo was hij ook geïnteresseerd in het Italiaanse fascisme, van Benito Mussolini en het Duitse Nationaalsocialisme van Adolf Hitler. Mussert wilde een groot en sterk Nederland met een goede economie. Zo begon hij de extreem rechtse NSB. Hij heeft veel van de NSDAP, onder leiding van Hitler, overgenomen maar de belangrijkste verschillen waren dat hij geen antisemitisme, ook wel de Jodenvervolging genoemd, rassenleer en het staatsabsolutisme wilde. Ook wilde hij niet met een revolutie aan de macht komen maar op een democratische manier.

Daarentegen zou de NSB wel zorgen voor een groot en sterk Nederland, net zoals de NSDAP wilde voor Duitsland. Onder een groot en sterk Nederland verstond de NSB, een goede economie. Dit zorgde voor veel werkgelegenheid. In Nederland heerste een grote armoede en er was een grote werkloosheid. Mensen hadden behoefte aan een stijging van de economie. De NSB wilde een zo groot en machtig mogelijke partij zijn, de mensen wilden graag meer werkgelegenheid en een groei in de economie. Daardoor werd de NSB een grote partij in Nederland.

Veel mensen sloten zich bij de NSB aan omdat de partij veel goede standpunten had en het beste voor Nederland wilde. De NSB beloofde ten eerste voor meer werkgelegenheid. In Nederland heerste veel armoede en de economie ging zeer slecht. Mensen hadden behoefte aan werk. Doordat de NSB voor meer werk zou zorgen, sloten mensen zich hierbij aan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er de echte, fanatieke NSB’ers, zij verraden mensen en vochten ook voor het Duitse leger. De fanatieke NSB’ers kregen geld voor hun verraad. Dit kon de doorslag zijn voor NSB’ers om fanatiek te worden. Je kreeg immers geld en dat zorgde ervoor dat je beter voor je gezin kon zorgen.

De verandering van de NSB in de Tweede Wereldoorlog
Maar wat deed de NSB in de Tweede Wereldoorlog. Toen Duitsland Nederland binnen viel, in de eerste oorlogsdagen, pakte de Nederlandse politie zoveel mogelijk NSB’ers op omdat ze bang waren dat ze de vijand gingen helpen. Toen Nederland zich overgaf werden alle NSB’ers bevrijdt door de Duitsers. En toen begon het. Het begon met kleine karweitjes zoals geld inzamelen voor arme kinderen in Nederland en de Volkskrant van de NSB verkopen.

Daarna had Duitsland strengere regels bedacht voor de Nederlandse bevolking zoals, niet na tien uur op de straat rondlopen en geen Engelse radio luisteren. Als de mensen deze regels overtraden hielp de NSB mee deze mensen op te pakken.

Zodra de Duitsers het op de Joden gericht hadden hielp de NSB mee met de vervolging van de Joden. Van de NSB-burgemeester mochten de joden niet meer in kroegen, cafés en bioscopen komen. Ook kregen de Joden een eigen Joodse wijk. Dat is raar, want Anton Mussert, de leider van de NSB, was tegen het antisemitisme van Hitler.

Toen de Nederlandse bevolking hoorde dat de geallieerden onderweg waren begonnen de pesterijen tegen de NSB’ers. Onder andere werd er bij hen de ruiten ingegooid en werden ze uitgescholden. Toen de NSB’ers hoorden dat Nederland bevrijd zou worden, vluchtten ze naar Duitsland omdat ze dachten dat ze daar veilig zouden zijn. Dit werd ook wel ‘Dolle Dinsdag’ genoemd. Het werd ‘dol’ genoemd, omdat de geallieerden pas acht maanden later kwamen. In het boek ‘fout geboren’ van Bas Kromhout staat het volgende over de Dolle Dinsdag: ‘op 5 september 1944, Dolle Dinsdag, brak er paniek uit. Het bericht dat geallieerde troepen Antwerpen hadden ingenomen wekte de verwachting dat ook Nederland nu spoedig zou zijn bevrijd. Het foute deel van de bevolking vreesde in de handen te zullen vallen van de soldaten van de Westmächte of, nog erger, in die van de wraaklustige Nederlanders. Velen zochten een veilige heenkomen, hetzij in Duitsland, hetzij in een noordelijker deel van Nederland. Hele gezinnen sloegen op de vlucht. Van de mensen die de enquête hebben ingevuld is 42 procent met of zonder ouders naar het Duitse Rijk gevlucht. Nog eens 10 procent geeft aan binnen Nederland gevlucht dan wel ondergedoken te zijn geweest. In het laatste geval trok men meestal in bij familieleden die verder weg woonden van het naderende front (Kromhout, 2004).’

De NSB veranderde sterk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zoals de samenwerking met de Duitsers. Het Oranjehuis was gevlucht en toen zag Mussert de kans om leider te worden van Nederland met zijn partij, de NSB. Hij schreef een brief aan Hitler dat Nederland lid werd van Duitsland en dat Mussert Hitler wilde helpen met het uitroeien van de Joden. Door de meeste Nederlanders werd de NSB gezien als verraders en eigenlijk was dat ook zo.

Wat heel raar is, is dat Anton Mussert in een keer wilde meehelpen met het uitroeien van de Joden. Anton Mussert was eerst tegen het antisemitisme. Maar zodra de Duitsers in Nederland de Jodenvervolging voortzetten, werkte de NSB daar aan mee.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog splitste de NSB zich in twee groepen. De echte, felle NSB’ers en de NSB’ers die alleen de ‘vooroorlogse’ standpunten goed vonden. De echte, felle NSB’ers, ook wel de Grüne Polizei genoemd, werkten mee met het verraden van de ondergedoken Joden en het verraden van de mensen die tegenwerkten. Sommige felle NSB’ers vochten zelfs mee met het Duitse leger. De NSB’ers die de standpunten goed vonden en daarom bij de NSB zaten, waren de ‘onschuldige’ NSB’ers. Velen van hen stapten af toen ze zagen wat de NSB allemaal deed. Zij deden niet mee aan de razzia’s en het verraad.

Anton Mussert
Anton Mussert is geboren op 11 mei 1894. In zijn studententijd werd er gezegd dat hij een ‘Loner’ was, dus erg op zichzelf gericht. In 1914 meldde hij zich als een van de weinigen aan voor het Nederlandse leger. In september 1917 trouwde hij met zijn 18 jarige tante Maria die hem ‘Mijn kleine dictatortje’ noemde. Hij wilde zich aanmelden bij de marine maar daarvoor werd hij afgekeurd. Hij is toen een studie gaan volgen voor ingenieur. In 1927 is hij geslaagd en is gaan werken bij de Provinciale Waterstaat. Ook heeft hij zich aangesloten bij de nationale unie ‘een rechts-autoritair gezind gezelschap’.

Rituelen van de NSB
De vlag van de NSB bevat de volgende kleuren: zwart, de kleur die staat voor de aarde voor het vaderland. Rood, de kleur die staat voor het bloed van het eigen volk. De groet van de NSB was bijna het zelfde als die van het Hitler. De NSB deed hun rechter hand omhoog en riep ‘Haussee’.

Ook de NSB had een jeugdorganisatie, de Jeugdstorm, waarin de kinderen zongen, marcheerden en sportten. Een kleine uitleg over de Jeugdstorm uit het boek ‘fout geboren’ van Bas Kromhout: ‘de Nationale Jeugdstorm (NJS) was in 1934 opgericht als jeugdorganisatie van de NSB, en Nederlandse kinderen tussen acht en achttien jaar konden er lid van worden. De Jeugdstorm was bedoeld om hen op te voeden tot goede nationaal-socialisten: vaderlandslievend, gedisciplineerd en opofferingsgezind. Er waren drie leeftijdsgroepen, waarvan de leden achtereenvolgens pullen, meeuwen en stormers heetten. Vóór 1940 telde de organisatie ten hoogste achtduizend leden, tijdens de oorlog verdubbelde dit aantal. Van de respondenten die in de jaren tussen 1934 en 1945 de vereiste leeftijd hadden, heeft ongeveer 60 procent bij een plaatselijke afdeling van de jeugdstorm gezeten (Kromhout, 2004).’

De invloed van de NSB in een dorp en in een stad
De mensen in dorpen werden minder opgepakt door de Duitsers. De Duitsers waren niet bezig met de dorpen of gehuchten. Ze waren meer bezig met de grote steden en ze wisten natuurlijk wel dat de dorpen er waren. Maar als de steden ‘leegliepen’ breidden ze zich uit over de dorpen. In de steden werden er veel meer mensen opgepakt, omdat men daar minder naar elkaar omkeek; het was daar minder ‘ons kent ons’. Het verraad was dus groter. Ook waren er over het algemeen meer Joden te vinden. In Zwolle bijvoorbeeld zijn 700 Joden vermoord. De ouders van een, na de oorlog geboren man, woonden op het platteland in Friesland en hoefden volgens hem niet heel voorzichtig te zijn. Toch ‘konden ze natuurlijk niet naar de bakker lopen’ aldus deze man. De ouders moesten op een gegeven moment wel onderduiken, maar ze hebben de oorlog wel overleeft. ‘Anders zat ik hier natuurlijk ook niet’ zei de man. Iedere familie heeft wel iemand verloren in de oorlog. Ook de synagoge is erg leeg geworden, er zitten er nu gemiddeld 50 mensen in de synagoge en dat waren er voor de oorlog nog 700.

In de grote steden mochten Joden op veel openbare plekken niet meer komen. In het dorp was dat wel anders, je mocht op veel openbare plekken nog wel komen, maar de Joden moesten ook voorzichtig zijn en ze konden niet ineens overal verschijnen. Maar in de laatste jaren van de oorlog, mochten de Joden in dorpen ook niet bij openbare plekken en winkels komen. In de grote steden was de oorlog over het algemeen het meest te merken, maar een niet-joodse mevrouw, die woonde in Den Haag heeft heel weinig van de oorlog meegemaakt.

Het verhaal waar we net over vertelden ging over Ray Teyken, hij is de voorzitter van de Joodse gemeenschap in Zwolle. Zijn ouders woonden in Friesland en hadden dit meegemaakt. Wij waren geïnteresseerd hoe de Joodse mensen over de NSB dachten, daarom hebben wij hebben Ray geïnterviewd. De opvallende dingen vatten we hierbij samen.

Er wordt niet veel over de Tweede Wereldoorlog gesproken. De Joodse mensen zijn zeer vergevingsgezind. Ze willen alles het liefst vergeten en vergeven en doorgaan met hun nieuwe leven. Als je niet vergeeft gaat dat ten koste van je eigen leven en dat willen we niet. Met letterlijke woorden zegt Ray: ‘Het mooie van het Joodse geloof is dat wij goed zijn in vergeven. Je probeert gebeurtenissen te vergeven, net zoals de Tweede Wereldoorlog.’ Je hebt geen tijd om nog verwijten te maken, je bent te druk bezig met je eigen leven en je carrière. Alleen de oudere mensen vallen terug als zij met pensioen gaan, zij gaan overal over nadenken en denken dan vaak terug aan de nare tijd in de Tweede Wereldoorlog. Je ziet dat mensen na het pensioen vaak getraumatiseerd raken. Maar het blijft wel een persoonlijk iets. Er waren niet specifieke NSB’ers die zij kenden uit hun dorp, die zij erop aan konden spreken.

De kijk van de joden op de kinderen van de NSB, zegt ze helemaal niets meer. Ze zijn misschien nog meer slachtoffer dan de NSB’ers zelf. Zij kunnen er niets aan doen, dat de ouders van hen hebben gekozen voor de NSB. Ray: ‘Als er hier een kind van een NSB’er naar binnen zou lopen, zal ik zeggen dat hij er bij mag gaan zitten, hij wordt gewoon gelijk behandelt.’

Het pesten
De NSB’ers krijgen kinderen. Een baby kan er natuurlijk niks aan doen dat een van zijn ouders of beide ouders bij de NSB zitten. Maar wanneer begint het punt dat ze gepest worden?

Onze conclusie is dat het pesten begint op de basisschool. Ouders van kinderen die niet bij de NSB zitten hebben op die leeftijd veel invloed op hun kind. Ze vertellen hun kind dat ze niet met het kind van een NSB’er mogen spelen. De kinderen begrijpen natuurlijk nog niet waarom. Voor het kind van de NSB’er ligt het anders, die word buitengesloten, genegeerd dus of juist gepest. Maar wat is nou erger: negeren of gepest worden? We hebben een interview gedaan met mevrouw Diele , zij is een dochter van een NSB vader. Zij is vroeger dus ook gepest omdat ze een NSB vader had. We zullen haar verhaal nu vertellen/laten zien/ laten horen.

Jeanne gaf vroeger de andere gelijk als ze haar gingen pesten, zij begreep de anderen. Daardoor pestten ze maar door. Jeanne was en is een heel sociaal mens en wil er graag bij horen daarom was ze een ‘prachtig object om te pesten’, zegt Jeanne. Ze dacht haar hele leven dat school en het onderwijs gewoon niet leuk was. Vroeger dachten veel mensen dat de ‘slechtheid’ in de genen zat en dus geërfd kon worden. Dus als je vader of moeder slecht was, zou jij als dochter of zoon dat ook wel zijn. Daarom werden ze ook gepest.

Hoe werden de kinderen gepest?
Wij nemen Jeanne Diele als voorbeeld. Wij hebben haar geïnterviewd en gevraagd op welke manier zij gepest werd. De manier die het meest bij Jeanne zijn bijgebleven is dat je werd uitgescholden. Als Jeanne wel eens langs een groepje leerlingen liep, riepen ze haar allemaal na met: ‘NSB’er, NSB’er!’

Ook moest ze karweitjes doen. Ze werd buitengesloten, ze mocht niet meedoen met de spelletjes. Maar ze moest wel de karweitjes doen. Als iemand een bal liet vallen, moest Jeanne die oprapen. Zij moest de vervelende klusjes doen.

Daarnaast werd Jeanne ook vaak uitgelachen. Jeanne had moeite om de ‘r’ uit te spreken. Dat hadden de pestkoppen natuurlijk in de gaten en dat vonden zij heel grappig. Daarom lieten zij Jeanne tegen de muur staan en terwijl iedereen toekeek, moest Jeanne allemaal moeilijke woorden, waarin vaak de ‘r’ voorkwam zeggen. Dat klonk natuurlijk heel raar en dat zagen de pestkoppen als perfecte kans om Jeanne uit te lachen.

Maar wat ons erg opvalt is dat de docenten er helemaal niets aan deden. Je zou verwachten dat de docenten het zouden opnemen voor gepeste kinderen. Daarentegen deden de docenten even hard mee met het buitensluiten of het pesten. Ze namen het niet op voor de gepeste kinderen. Een voorbeeld hiervan is dat Jeanne altijd in haar eentje, achterin de klas moest gaan zitten.

Ook mocht Jeanne met Koninginnedag niet op de wagen zitten. Met Koninginnedag was er altijd, vanuit school, een wagen waarop de leerlingen een rondje gingen rijden door hun eigen stad of dorp. Dat was altijd een gezellige sfeer. Maar Jeanne mocht hier van de docenten niet opzitten. Zij was een landverrader een daarom dus geen echte Nederlander.

Jeanne begreep niets van de situatie waarin zij verkeerde omdat hierover thuis niet gesproken werd. Ze begreep dus ook niet waarom ze gepest werd en liet het daarom maar gebeuren. Volgens Jeanne is ze hierdoor ‘een verknipt mens’ geworden.
Op een dag moest Jeanne voor haar werk op een school een presentatie houden over het zijn van een kind van een NSB’er. Ze kwam op de school en op de deur van de school stond: ‘Welkom, oorlogskind Jeanne Diele.’ Dat trok haar heel erg aan want ze werd voor het eerst welkom geheten op een school.

Om te laten zien dat meer kinderen dit soort pesterijen hebben meegemaakt beschrijft een jongetje, genaamd Leo, in het boek: ‘fout geboren’ van Bas kromhout, het volgende: ‘het was algemeen bekend dat Leo’s vader bij de NSB was, en het gezin lag er sociaal helemaal uit. Dat merkten ook de kinderen. ‘In het begin kon ik gewoon met andere kinderen spelen, maar naarmate de oorlog langer duurde werd ik steeds vaker gepest en uitgescholden. Ze noemden me “NSB’er”, “farizeeër” en “fascist”. Na schooltijd werden mijn broers en ik opgewacht en kregen we klappen. Ik had steeds minder vrienden. Ik snapte er niets van. Noodgedwongen speelde ik vooral met mijn boers (Kromhout, 2004).’

Ook hebben wij in het boek ’13 in de oorlog’ van Hein Hoffman een fragment gevonden dat er vroeger veel gepest is. ‘Ook de kinderen van partijleden krijgen het steeds moeilijker. Niemand wil nog met ze spelen, op school worden ze gepest, genegeerd, nagewezen en in elkaar geslagen. En vaak, heel vaak, worden ze uitgescholden. Niet alleen sissend in het voorbijgaan, maar ook keihard in het openbaar. ‘Landverrader’, horen ze veel. Net als ‘Vuile rotmof’. Leraren doen net alsof ze het niet zien of pesten gewoon mee. Ze geven deze kinderen haast nooit een beurt in de klas, doen eigenlijk alsof ze niet bestaan.’ (Hoffman, 2010)

Nog een voorbeeld uit ‘Het pak van mijn vader’ van Jaitsche Wassenaar. ‘Iedere avond, als haar vader en moeder ruzie hebben, kruipt Jettie diep onder de dekens. Ze snapt niet precies waar het over gaat. Moeder praat over mensen die nog net op tijd als lid bedankt hebben, en vader zegt heel vaak: ‘’Ik wil nu niet meer terug. ‘’ Later begrijpt ze, dat het over de NSB gaat, waar haar vader lid van is. Andere kinderen pesten haar ermee. Ze zeggen dat ze luizen heeft en wachten haar op na schooltijd, om haar in elkaar te slaan en haar spullen te vernielen.’ (Wassenaar, 2009)

Ook na de oorlog ging het pesten voor de kinderen van NSB’er door. Onderstaand nog een voorbeeld hiervan uit het boek ‘Fout geboren’ van Bas Kromhout. ‘ik had als kind na de oorlog geen vriendjes,’zegt Loe, die een jaar oud was toen zijn geboorteplaats Spekholzerheide in Zuid-Limburg werd bevrijd. ‘Leeftijdgenootjes mochten van hun ouders niet met mij spelen. Had ik toch met een kind afgesproken, dan stond ik vergeefs te roepen aan de deur. Soms werd ik dagenlang door een groep dorpskinderen achtervolgd. Op mijn zevende werd ik geweigerd bij de verkenners. Onder druk van mijn vader hebben ze mij toch toegelaten, maar het was geen succes. Ze lieten me daar liedjes zingen als “Hitler is vermoord” en “wien Neêrlands bloed in een potje doet”. In zo’n kleine gemeenschap wist iedereen dat mijn ouders fout waren geweest. Volwassenen deden qua scheldpartijen en bedreigingen niet onder voor de kinderen.’(Kromhout,2004)

De psychische gevolgen van de kinderen van de NSB
Wij hebben Mevrouw Diele geïnterviewd, dochter van een NSB’er. Zoals al eerder aangegeven is zij werkzaam bij Stichting Herkenning in Westerbork. Hiervoor heeft zij de psychische gevolgen van de kinderen van de NSB op papier gezet. Deze psychische gevolgen heeft ze gedurende ons interview uitgelegd en ze heeft hiervan een aantal voorbeelden genoemd.

Angst voor ontdekking
Er was een grote angst voor ontdekking, dat jij een kind van een NSB’er was. Na de oorlog en zelfs nu nog zijn veel mensen bang om herkend te worden als NSB’er of als kind van een NSB’er. Je wilt natuurlijk niet dat jij wordt gezien als fout iemand. Vooral de generatie die de oorlog heeft meegemaakt of de generatie daana, heeft een negatief oordeel over de kinderen van de NSB.

Het gepest worden
De kinderen van de NSB werden in de oorlog erg gepest en buitengesloten, je hoorde er gewoon niet bij. Als voorbeeld Mevrouw Diele, een hele sociale meid die er graag bij wilde horen. Alleen werd ze gepest, ze snapte niet waarom, daarom accepteerde ze de situatie maar gewoon. Er werd bij Mevrouw Diele thuis niet gepraat over het NSB zijn. Met letterlijke woorden zegt ze: ‘Ik was een prachtig object om gepest te worden.’

Familiegeheim
Thuis werd er niet over gepraat, je kreeg een smoes te horen of je was gewoon te klein en het zou je later worden verteld. Dat gebeurde dus niet. Je draagt iets bij je waar je eigenlijk nog steeds niets van begrijpt. Je komt nu pas achter dingen die vroeger zijn gebeurd.

Het verlies van je bezittingen
Je huis werd ingenomen en al je bezittingen in dat huis werden gewoon gestolen. Daarvoor kon je niet naar de politie gaan want bij de politie hielpen ze je toch niet. De politie was namelijk ook tegen de NSB. Je leeft in armoede verder, ook al had je hoge diploma’s. Nergens namen ze je aan omdat je NSB’er was, je was slecht, een landverrader.

Je voelt je in de steek gelaten
Je ouders hebben je altijd dingen vertelt die je maar moest geloven. Maar als die er niet meer zijn kom je achter de harde waarheid en sta je er ineens alleen voor. Als de mensen ook nog eens achter je achtergrond komen voel je je echt in de steek gelaten. Bijna iedereen vindt het moeilijk om bevriend met je te raken, je bent slecht en een landverrader, daarom zal je wel niet te vertrouwen zijn.

Je raakt jezelf kwijt
Je krijgt identiteitsproblemen. Je gevoelens schakel je automatisch uit en je weet niet meer wie jezelf bent. Alles werd je voorgeschreven, je had niet veel keuzes die je zelf kon maken. Daarom weet je later ook niet hoe je daarmee om moet gaan. Ook een grote issue is dat je jezelf niet meer durft te identificeren. Na de oorlog moet je jezelf weer opnieuw leren kennen. In de oorlog zelf ben je gevormd door je ouders, zij hadden een grote invloed op jou. Je werd gepest en dat kwam door de keuze van je ouders. Daardoor moet je na de oorlog jezelf leren kennen, je ouders zijn er niet meer en je staat er nu alleen voor. Je weet niet hoe jij je zal gedragen in de maatschappij.

Een voorbeeld: in de werkgroep waar Mevrouw Diele aan deelneemt , was een nieuw persoon gekomen. Er werd een nieuwe penningmeester gezocht en diegene die er net bij was gekomen wilde deze rol wel op zich nemen. Hiervoor moesten ze naar de Kamer van Koophandel om de namen te veranderen en verdere zaken te regelen. Dit veroorzaakte nachtmerries bij de nieuwe penningmeester want hij zou zijn naam en achternaam en de naam van de stichting moeten opschrijven. Omdat hij bang was om ‘ontdekt’ te worden haakte hij af. Hij was bang dat de mensen hem slecht zouden vinden. Hij wilde zijn naam niet bekend maken. Dat vindt hij nog steeds moeilijk, vandaar dat wij hier ook geen namen gebruiken.

Angst voor afwijzing
De angst is heel erg groot, dat blijft je hele leven hangen. Je bent bang om stappen te ondernemen zoals sollicitaties, je te openbaren in de maatschappij, sociale contacten te leggen of een relatie aan te gaan met iemand. Als iemand jou opbouwende kritiek geeft, kan een kind van de NSB dit heel erg vinden. Ze krijgen weer het idee dat ze iets verkeerds doen en dus fout zijn.

Aanpassen en niet teveel opvallen
Daarmee wordt bedoeld dat de mensen die zich schaamden zich gingen aanpassen. Een voorbeeld: de huismoeders die bij Mevrouw Diele in de straat woonden hingen de was allemaal voor negen uur buiten. Mevrouw Diele deed dit dus ook. Zij dacht: ‘als ik dit niet doe vinden ze me vast een slechte moeder’. Je wilt niet weer de slechtere zijn.

Wantrouwen
Je kon niemand vertrouwen. In de oorlog en ook na de oorlog was het wantrouwen heel sterk. Je vertrouwde niemand, iedereen probeerde zijn eigen leventje weer op de rit te krijgen en menprobeerde zich niet te bemoeien met anderen. Je kon niet iets vertellen aan iemand zonder dat je met zekerheid wist dat niet de hele buurt er achter kwam. Daar vertrouwde de NSB’er de andere mensen niet op en andersom ook niet.

Schaamte
Veel kinderen van de NSB hadden schaamte voor de keuze van hun vader of moeder. In tegendeel tot Mevrouw Diele, zij begreep dat de economie in Duitsland beter was en dat de vader van haar voor de NSB koos, zodat zij het hopelijk ook beter kregen. Maar later begreep zij de keuze van haar vader niet meer. Veel aanhangers van de NSB haakten af toen ze erachter kwamen dat de NSB steeds meer de NSDAP gingen opvolgen en ook het antisemitisme gingen doorvoeren. Behalve de vader van Mevrouw Diele. Hij bleef de NSB trouw en ontwikkelde zich steeds meer als een felle NSB’er.

Hierbij een citaat: ‘ Ik kan nu wel zeggen dat die NSB-tijd mijn leven voor een groot deel heeft verpest. Jarenlang heb ik nachtmerries gehad waarin ik altijd door mannen in uniform werd achtervolgd. Ook mijn broer Jan heeft veel last van zijn verleden. Op een zeker moment wilde hij met een meisje trouwen en vroeg haar vader om toestemming. Die zei: ‘’ Als je iemand vermoord had, hadden we ja gezegd, maar nu je lid van de NSB geweest bent gaat het huwelijk niet door. ‘’ Het ging beter met me toen ik begreep dat ik niet verantwoordelijk ben voor de keuze van mijn vader. Mijn moeder zei op haar sterfbed dat ze zich haar hele leven ontzettend heeft moeten schamen. Ik durfde haar toen niet te vragen wat ze precies bedoelde, maar ik snapte het precies omdat ik het net zo voelde.’ (Hoffman, 2010)

Schuldgevoel
Je voelt je een soort van verantwoordelijk of medeschuldig voor de dingen die je ouders hebben gedaan. Een voorbeeld uit Mevrouw Dieles jeugd. Twaalf jaar geleden kwam ze er achter dat haar vader iets vreselijks heeft gedaan want tijdens een van de razzia’s heeft haar vader meegelopen. Daarbij is een joods gezin opgepakt en nooit meer terug gekomen. Toen ze dat hoorde en de foto van de familie zag trok ze het even niet meer. Ze werd op een nacht wakker en schreeuwde: ‘Ze hadden je levenslang moeten geven, moordenaar.’ Haar vader had haar, haar hele jeugd lang, niets gezegd. Ze kwam erachter doordat ze een document las van haar vader.

Onmacht
Je weet dat je er niks meer tegen kunt doen. Je kunt de tijd niet meer terugdraaien. Maar toch voel je je machteloos tegenover het verleden.

Je kan moeilijk je emoties tonen
Er is gebleken dat je met praten veel oplost. Als je leert praten over je gevoelens en je achtergrond gaat het beter. Pas sinds een half jaar kan Mevrouw Diele écht haar gevoel uiten. Hiervoor ging dit erg moeilijk, het rare is dat ze als beroep therapeut is geweest. Ze zag bij anderen het probleem wel en hoe een persoon dit moest oplossen, maar bij haarzelf zag ze dat niet. Haar dochter heeft weleens tegen haar gezegd: ‘U bent een warme moeder maar het komt er niet uit.’

In het boek ‘Fout geboren’ van Bas Kromhout hebben wij een citaat gevonden uit een onderzoek van verschillende psychologen. Zij onderzochten welke gevolgen de Tweede Wereldoorlog heeft gehad op het geestelijke welzijn van de kinderen van de NSB.

‘Uit de enquête blijkt dat maar liefst 83 procent van de deelnemers naar eigen zeggen psychische problemen ondervindt vanwege het oorlogsverleden van de ouders. Hiervoor heeft 71 procent op enig moment in het leven professionele hulp gezocht. De meest genoemde klachten zijn sociale angst, faalangst, overdreven schaamte en schuldgevoelens, en depressiviteit. Soms openbaarden de klachten zich al op vrij jonge leeftijd, bijvoorbeeld tijdens de adolescentie. (Kromhout, 2004)’

Kijk op kinderen van NSB’ers

Aan de drie generaties : opa en oma Myrte
1. Wat is volgens jou de NSB?
‘Verraders’ mensen die geen respect hebben voor landgenoten. Die samenwerken met de vijand, ze wilden het zelf beter hebben.
2. Wat heeft de NSB gedaan?
Niet veel goeds, ik denk dat ze in hoofdzaak mensen die proberen de vijand tegen te werken verraden aan de vijand. Maar ook schieten ze mensen dood. We mochten niet van onze ouders bij het huis van NSB’ers komen. Want kinderen vertellen alles aan elkaar, dat was ook een reden waarom ze niet met kinderen van de NSB mochten spelen. Misschien zeiden ze dan wel tegen de kinderen van de NSB’er dat er een onderduiker in hun huis was verstopt.
3. Wat weet je van de rol van de NSB in de tweede wereldoorlog?
‘Ja, dat is een goeie’. Ze verraden aan de Duitsers waar onderduikers zaten. Ze liepen mee in razzia’s. Zij waren goed en wat de NSB goed vond was ook goed. Ze dachten dat ze boven ons stonden, het übermensch gevoel doet zich voor bij de NSB.
4. Aan de opa en oma’s : waren er vroeger NSB’er in jullie omgeving?
Ja die waren er zeker bij ons in het dorp, maar die zaten overal wel. Oma: mijn tante haar man was ook een NSB’er. Zijn gezin moest ook doen wat hij wou en niet anders. Toen zijn kinderen oud genoeg waren om dat allemaal te snappen zijn ze precies het tegenovergestelde gaan doen als wat hun vader deed. Zij gingen naar Indonesië toe om Nederland te helpen.
5. Hoe is de kijk op de NSB van jou?
Negatief, heel negatief. Je verraad je eigen land-/buurt-/dorpsgenoten niet en soms zelfs je eigen familie. Die mensen kon je niet vertrouwen.
6. Hoe is de kijk op de kinderen van de NSB?
Positief, zij kunnen er niks aan doen wat hun familie allemaal heeft gedaan en dat ze bij de NSB zijn gegaan. Ik zou ze als ieder ander mens behandelen. Alleen onze ouders keken op de NSB kinderen neer, ze vonden dat zij ook slecht waren omdat ze een slechte vader/moeder hadden. En ze misschien die invloeden zouden overnemen.

Kortom, ze zijn negatief over de NSB. Zij vinden dat de NSB verschrikkelijke dingen heeft gedaan zoals de razzia’s. Kinderen mochten niet met de kinderen van NSB’ers omgaan omdat de ouders dan dachten dat ze alles aan elkaar zouden vertellen en de NSB er zo dus achter zou komen dat er joodse mensen ondergedoken waren. Over de kinderen van de NSB zijn ze positief, die kinderen kunnen er niks aan doen wat hun ouders hebben gedaan. In hun buurt waren vroeger ook veel NSB’ers van wie ze weten dat zij slechte dingen hebben gedaan. Ook in de familie waren enige NSB’ers, je ziet ook dat de kinderen van een NSB’er juist het tegenovergestelde gaan doen van wat hun vader heeft gedaan.
‘Historici, ook Loe de Jong, beweerden altijd dat NSB’ers in de oorlog werden gezien als mensen waar niemand mee wilde omgaan. Ze werden algemeen gehaat, is het beeld.’

Aan de drie generaties : vader en moeder Myrte
1. Wat is volgens jou de NSB?
Nationaal socialistische beweging, dat waren mensen die de kant van de Duitsers kozen in de oorlog.
2. Wat heeft de NSB gedaan?
Mensen verraden, joden verraden, mensen die in schuilplaatsen zaten verraden. Samenwerken met de Duitsers om er zelf beter van worden, daardoor kregen ze allerlei extra bonnen, of behielden hun baan.
3. Wat weet je van de rol van de NSB in de tweede wereldoorlog?
Weinig, ik heb de oorlog niet meegemaakt. Dat wat ik net vertelde dat ze zulke dingen deden. En dat ze fout waren, dat ze de kant van de Duitsers kozen.
4. –
5. Hoe is de kijk op de NSB van jou?
Ze kozen voor de Duitsers, ik vind dat ze landverraders zijn. Ten koste van hun eigen landgenoten er zelf beter van worden.
6. Hoe is de kijk op de kinderen van de NSB?
Die staan er buiten , die kunnen er niks aan doen. Hun ouders hebben verkeerde keuzes gemaakt en die kinderen kunnen er niks aan doen. Die zijn loyaal naar hun ouders toe en die kun je niks kwalijk nemen.

Kortom, ze weten wat de NSB inhoudt en wat voor dingen de NSB heeft gedaan. Ze zijn er erg negatief over en vinden ze zelfs landverraders. Ze vinden dat de kinderen er buiten staan en er niks mee te maken hebben.

Aan de drie generaties : zusjes Myrte
1. Wat is volgens jou de NSB?
Nationale socialistische beweging , het waren Nederlanders die de Duitsers hielpen om te zoeken waar joden onderdoken.
2. Wat heeft de NSB gedaan?
Ze hielpen de Duitsers om de joden of andere mensen die in Nederland werden bedreigt te vinden.
3. Wat weet je van de rol van de NSB in de tweede wereldoorlog?
Zelfde vraag
4. –
5. Hoe is de kijk op de NSB van jou?
Ik vind ze slecht, ze verraden de mensen. Ze zijn een soort van landverraders.
6. Hoe is de kijk op de kinderen van de NSB?
Nee die vind ik niet slecht, hun kunnen er niks aan doen dat hun ouders er voor gekozen hebben. Ik vind niet dat ze gestraft moeten worden, want zij hebben niks gedaan.

Kortom, ze weten waar de NSB voor staat. Ze vinden de NSB’ers slecht omdat ze mensen verraden. Over de kinderen van de NSB hebben ze geen slecht woord. Ze vinden dat zij er niks aan kunnen doen.

Aan de drie generaties : opa en oma Esther
1. Wat is volgens jou de NSB?
De NSB was een fascistische partij die heulde met de Duitsers. Veel mensen die armoede hadden sloten zich bij de NSB aan omdat de NSB zorgde voor veel werkgelegenheden. Je kon de NSB in twee groepen splitsen: de mensen die de standpunten goed vonden en de felle NSB’ers. Zij liepen gewapend rond en spoorden mensen op.
2. Wat heeft de NSB gedaan?
Ze werkten samen met de Duitsers.
3. Wat weet je van de rol van de NSB in de tweede wereldoorlog?
Sommige mensen verraden de joden, dat waren de echte felle NSB’ers. Zij vochten ook voor de Duitsers. Ze werden hiervoor betaald.
4. Aan de opa en oma’s : waren er vroeger NSB’er in jullie omgeving?
Niet echt, mijn ouders kenden er zelf wel een paar maar daar weet ik zelf niet zoveel meer van.
5. Hoe is de kijk op de NSB van jou?
Over de echte NSB’ers heb ik geen goed woord. Maar over de mensen die alleen de standpunten goed vonden, die snap ik wel omdat zij dachten dat de NSB de economie beter zou maken en hun dus ook aan een baan zou helpen. Veel mensen gingen onbewust bij de NSB maar die trokken zich later terug toen ze hoorden dat het antisemitisme werd toegepast.
6. Hoe is de kijk op de kinderen van de NSB?
Kinderen hebben het heel moeilijk gehad. Op mijn school heb ik er niet veel van meegemaakt dat er kinderen gepest werden omdat hun ouders NSB’ers waren. Maar ze keken de kinderen er wel raar op aan. Het is natuurlijk niet eerlijk dat die kinderen gepest werden want ze konden er zelf niks aan doen. Maar stel je voor, als mijn vader NSB’er was geweest en hij bij de buren joodse mensen heeft opgepakt, dan begrijp ik wel dat de mensen mij daar raar op aan zouden kijken. Ook snap ik dat er mensen zijn die er niet over willen praten want als mijn vader zelf NSB’er was geweest had ik het ook niet gewild.

Kortom, hij weet veel over de NSB te vertellen. Dat kan komen omdat hij de oorlog heeft meegemaakt in zijn kinderenjaren en veel verhalen van zijn ouders gehoord heeft. Ook deelt hij de NSB in twee groepen op: de felle NSB’ers (Grüne Polizei) en de NSB’er die alleen de standpunten van de NSB goed vonden. Zijn kijk op de echte felle NSB’er is heel negatief. Hij heeft begrip voor de mensen die alleen de standpunten aanhingen. Hoe hij tegen de kinderen van de NSB aankijkt is positief alhoewel hij wel snapt dat de kinderen gepest werden door anderen.

Aan de drie generaties : vader Esther
1. Wat is volgens jou de NSB?
Nederlanders die voor de Duitsers waren.
2. Wat heeft de NSB gedaan?
Nederlanders verraden die joden in huis lieten onderduiken, landverraders.
3. Wat weet je van de rol van de NSB in de tweede wereldoorlog?
Een dubieuze rol, ze waren voor de Duitsers. Ze waren spreekbuis voor de Duitsers.
4. –
5. Hoe is de kijk op de NSB van jou?
Negatief, nog steeds. Nu kan je makkelijk oordelen natuurlijk.
6. Hoe is de kijk op de kinderen van de NSB?
Ik vind het logisch dat ze de kinderen van de NSB’ers pestten, maar niet terecht. Het is de uiting van mensen van : ‘eigenlijk pest ik je ouders.’

Kortom, hij weet wat de NSB’er hebben gedaan. Dat de NSB joodse mensen heeft verraden die ondergedoken zaten. Ook is zijn blik op de NSB negatief, maar vindt wel dat je nu makkelijker kan oordelen omdat de oorlog al een lange tijd voorbij is. Dat de kinderen van de NSB gepest werden vindt hij wel logisch maar niet terecht.

Aan de drie generaties : zus Esther
1. Wat is volgens jou de NSB?
Nederlands die stiekem met de Duitsers samenwerkten, ze zijn landverraders.
2. Wat heeft de NSB gedaan?
Ze hebben Duitsers stiekem geholpen en Nederlanders verraden.
3. Wat weet je van de rol van de NSB in de tweede wereldoorlog?
Zie bovenstaande
4. –
5. Hoe is de kijk op de NSB van jou?
Negatief, ze hebben mensen verraden maar ik kan me wel indenken dat je in zo’n situatie jezelf redt.
6. Hoe is de kijk op de kinderen van de NSB?
Zij kunnen er niks aan doen. Ik kan me voorstellen dat de burgers wel boos moeten zijn op iemand, en dit is dan een directe link.

Kortom, ze vindt dat de NSB’ers stiekem waren met de samenwerking met de Duitsers. Ook weet ze dat veel Nederlanders zijn verraden door de NSB. Tegen de NSB zelf kijkt ze negatief aan maar tegen de kinderen van de NSB is ze positiever en vindt dat de kinderen er niks aan kunnen doen.

Literatuuronderzoek
Uit bovenstaande interviews komt naar voren dat de geïnterviewden negatief denken over de ouders van kinderen van de NSB’ers. Over de kinderen zelf zijn de meningen van de geïnterviewden positiever, zij vinden dat hun kinderen niet verantwoordelijk zijn voor de keuzes van hun ouders en zij er zich niet schuldig over hoeven te voelen.

Uit literatuuronderzoek echter blijkt dat het in de praktijk lang heeft geduurd, voordat de mening over de kinderen van NSB’ers positiever werd, er is wel een halve eeuw overheen gegaan. Het heeft bijvoorbeeld lang geduurd voordat de overheid en de hulpverlening de problematiek van de kinderen van NSB’ers erkend heeft. Dit komt naar voren in het boek van Kromhout, Foute kinderen.‘Er is na de oorlog een hetze gevoerd tegen voormalige foute Nederlanders en hun kinderen,’ meent Joan. ‘De jeugd werd gehersenspoeld.’ De ongenuanceerde blik waarmee onderwijzers, geschiedschrijvers, journalisten en politici jarenlang het oorlogsverleden bekeken, bezorgde kinderen van foute ouders een enorm schuldgevoel.’ (Kromhout,2004)

Pas sinds 1995 bijvoorbeeld konden kinderen van foute ouders gebruik maken van de Tijdelijke Vergoedingsregeling Psychotherapie Naoorlogse Generatie. ‘Volgens deze regeling kunnen mensen via de pensioen- en uitkeringsraad een vergoeding krijgen voor de kosten van psychiatrische behandeling wanneer de mogelijkheden die het ziekenfonds of de particuliere verzekeraar biedt al zijn uitgeput. De vergoeding geldt voor maximaal negentig sessies. Aanvankelijk was in de regeling als voorwaarde opgenomen dat de cliënt na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog moest zijn geboren. Daardoor vielen mensen die vlak voor of tijdens de oorlog waren geboren tussen wal en schip’. ‘Sinds 16 oktober 2001 is de voorwaarde vervallen. Nu komen ook kinderen van foute ouders die vóór 5 mei 1945 zijn geboren voor vergoedingen in aanmerking. Dat is vanuit het perspectief van deze mensen positief, maar rijkelijk laat. Tot 1995/2001 hebben kinderen van foute ouders zelf financieel moeten opdraaien voor de psychische schade die ze hadden opgelopen vanwege de oorlog en zijn nasleep.’(Kromhout, 2004)

Lange tijd was de Werkgroep Herkenning de enige organisatie waar kinderen van foute ouders terecht konden om in een veilige omgeving, als lotgenoten, met elkaar in gesprek te komen over de traumatische dingen die ze hadden meegemaakt. In 1995 besloot de overheid om Herkenning voor het eerst vijf jaar subsidie toe te kennen. Ook toen nog kwam er onmiddellijk grote kritiek op dit besluit van de overheid. ‘De Nationale Ombudsman kreeg tientallen telefoontjes van verontwaardigde mensen. ‘Het “Verzet” hekelt het subsidiebesluit,’ kopte Het Parool, en volgens De Telegraaf zou Herkenning de subsidie gebruiken ‘ter versterking van de eenheid onder de kinderen van oud-NSB’ers’. (Kromhout, 2004) Met ingang van 2004 is de subsidie door de overheid aan Herkenning stop gezet. De kinderen van foute ouders kunnen nu terecht bij de reguliere geestelijke gezondheidszorg.
Uit bovenstaande interviews en literatuuronderzoek lijkt er na een halve eeuw een verschuiving te hebben plaatsgevonden in de mening van mensen over de kinderen van foute ouders. Zij worden niet meer schuldig geacht voor de keuzes die hun ouders gemaakt hebben en worden ook als slachtoffers gezien. In het boek ‘Foute ouders’, van Bas Kromhout wordt beschreven dat vele kinderen van foute ouders een verlangen hebben naar rehabilitatie. ‘Zij willen dat wordt uitgezocht wie er verantwoordelijk waren voor hun leed van toen en van nu. En dat hun onschuld –niet die van hun ouders- wordt erkend’. Volgens sommigen zou een som geld die erkenning kunnen geven, anderen geloven meer in een publiekelijk excuus aan alle kinderen van foute ouders, uitgesproken door een hooggeplaatst persoon. Zoals een van de geïnterviewden in het boek van Bas Kromhout formuleert ‘een hoop goede Nederlanders zijn tegenover onschuldige kinderen goed fout geweest’.(Kromhout,2004)

Conclusie

Conclusie uit onderzoek
Waar wij achter wilden komen was of er verschillende generaties anders zouden denken over de NSB en over de kinderen van de NSB. Zo hebben wij onze opa en oma, vader en moeder, en zussen geïnterviewd en literatuuronderzoek gedaan. Hierboven zie je de uitgewerkte interviews met korte samenvatting.

Wij zijn tot de conclusie gekomen dat de geïnterviewden negatief zijn over de NSB. Ze vinden dat het landverraders zijn en dat ze verschrikkelijke dingen hebben gedaan zoals mensen vermoorden, meedoen met razzia’s en landgenoten verraden. Alhoewel de meesten ook wel begrijpen dat sommige mensen in die tijd en met die omstandigheden bij de NSB zijn gegaan.

Over de kinderen van de NSB zijn ze allemaal zeer positief. Ze vinden dat de kinderen van de NSB er niks aan kunnen doen dat hun vader en/of moeder deze keuze heeft gemaakt om zich aan te sluiten bij de NSB. Daarom vinden ze het onterecht dat ze gepest werden. Maar ze kunnen wel begrijpen dat sommige mensen de kinderen van de NSB pesten, omdat ze op iemand boos moeten zijn en zij zijn wel een directe link.

Je ziet ook dat de opa’s en oma ’s er toch veel meer vanaf weten. En dat het met de generatie afneemt. Toch is het opvallend, dat het dan toch niet doorverteld wordt, het blijft een beetje steken.

Uit de literatuur blijkt echter dat het wel meer dan een halve eeuw geduurd heeft voordat mensen positiever over de kinderen van NSB’ers dachten. Lange tijd werden de kinderen van NSB’ers als fout gezien en zo ook door volwassenen en kinderen behandeld. Pas vanaf deze eeuw zou je kunnen zeggen dat de kinderen van foute ouders volwaardig als slachtoffers worden gezien door de meeste mensen en dat zij dus onschuldig zijn.

Conclusie over de psychische gevolgen
Er zijn veel psychische gevolgen van de kinderen van de NSB, zoals je al eerder kon lezen in de tekst. Je ziet dat de oorlog nog lang niet vergeten is bij iedereen, en vooral niet bij de mensen die er vele psychische gevolgen aan overhouden. Waarvan de kinderen van de NSB er één van zijn.

Wat ons opviel was dat veel mensen niet eens door hebben dat ze er psychische gevolgen aan over houden. Als ze het van andere mensen horen, dan komen ze er meestal pas achter dat dat bij hun het geval is. Op latere leeftijd gaan mensen dus pas naar een psycholoog of iemand die hulp kan bieden.

Eigen conclusie
Hier geven wij onze eigen conclusie die wij over ons hele werkstuk hebben gevormd. Als eerste willen wij duidelijk maken dat er nog veel gevolgen zijn van de Tweede Wereldoorlog. Zoals de kijk op de NSB en de kinderen ervan. Onze kijk op de NSB is verschillend. Je hebt eigenlijk twee groepen NSB’ers, de felle NSB’ers en de aanhangers van de politieke partij. Over de felle NSB’ers denken wij heel negatief, zij waren een soort van Duitsers wat betreft het verraad van mensen en het executeren. Over de aanhangers van politieke partij, de NSB, die alleen de vooroorlogse standpunten goed vonden, denken wij anders. Wij hebben er begrip voor dat zij kiezen voor een politieke partij die zij goed vinden. De NSB beloofde een economische groei en er was veel armoede dus dat was een positief standpunt. Nadat de NSB het antisemitisme en andere Duitse regels gingen doorvoeren, haakten de meeste aanhangers af. Wij zijn het hiermee dus eens met de drie generaties, die wij geïnterviewd hebben.

Onze kijk op de kinderen van de NSB is positief. Zij kunnen er niets aan doen dat hun ouders ‘foute’ beslissingen hebben gemaakt. Toch begrijpen wij wel dat de kinderen van de NSB gepest werden. Zij waren een directe link om toch iemand te pesten.

De volgende conclusie die wij trekken gaat over de psychische gevolgen van de kinderen van de NSB. Wij vinden het erg schokkend dat de kinderen van de NSB met zulke grote gevolgen blijven zitten. Vooral met het gevoel dat ze zich telkens weer opnieuw moeten bewijzen dat zij er niets aan kunnen doen dat hun ouders een ‘foute’ beslissing hebben gemaakt.

Wat ons het meeste opviel was dat de kinderen zich zo schamen en zich zo schuldig voelen. Ze hoeven zich eigenlijk helemaal niet schuldig te voelen of zich te schamen. Ze kunnen er namelijk niets aan doen dat zij kinderen zijn van een NSB’er. Ook viel het familiegeheim ons op. Wij kunnen ons nu nauwelijks voorstellen dat onze ouders iets voor ons verzwijgen. Thuis kunnen wij veel delen met onze families en worden we er niet raar op aangekeken.

Slotwoord

Samenwerking
Allereerst willen wij even zeggen dat we er echt ons uiterste best voor hebben gedaan om dit profielwerkstuk tot een mooi en begrijpend werkstuk neer te kunnen zetten. Daar moet je natuurlijk ook veel tijd in steken, en dat hebben wij zeker gedaan. We hebben een aantal dingen alleen gedaan maar ook vooral veel samengewerkt. Het was een prettige samenwerking, we wilden allebei hetzelfde en dat was: meer te weten komen over de NSB maar vooral over de kinderen van de NSB en de psychische gevolgen van hen.

Enkele dingen wat wij vonden dat beter kon gaan was het bijhouden van het logboek. We hebben geprobeerd zoveel bij te houden, maar sommige dingen waren wij vergeten. Zoals het einde van havo 4, de zomervakantie en het begin van havo 5. Wat ook beter kon was het bijhouden van de notenlijst. Dit moesten wij doen, wanneer wij net klaar waren met het werkstuk. Een groot deel van het werkstuk hadden wij gemaakt door middel van interviews en internet. Toen wij hoorden dat het ook goed was om boeken er bij te gebruiken, hebben wij de noten er dus later bij moeten plakken.

Wat wel heel goed ging in onze samenwerking was onze interesse en het enthousiasme dat we samen hadden om een goed en informatief werkstuk neer te zetten. Er zijn geen meningsverschillen ontstaan en het verdelen van de taken ging prima.

Het ontstaan van ons werkstuk
Het meer te weten komen over de NSB en de kinderen van de NSB is zeker gelukt, we hebben veel nieuwe dingen geleerd, gelezen en gehoord die we niet verwacht hadden of waarvan we dachten dat het anders in elkaar zat. Nu we dit allemaal te weten zijn gekomen wilden we het graag aan andere mensen vertellen zodat zij ook weten hoeveel gevolgen er nu nog steeds zijn van de Tweede Wereldoorlog.

Dit werkstuk is tot stand gekomen door de vele interviews die we hebben gehouden met onze opa en oma’s, vader en moeders, zussen, een joodse voorzitter van de Zwolse synagoge genaamd Meneer Teyken en de vrouw waardoor wij tot dit onderwerp zijn gekomen; Mevrouw Diele. Ook zijn wij naar de provinciale bibliotheek gegaan om daar boeken te halen over verschillende onderwerpen als: NSB, kinderen van NSB en Nationaal-socialisme. Daarnaast zijn we vele internetpagina’s afgegaan over de Tweede Wereldoorlog en over de NSB, ook niet te vergeten de op internet bekeken programma’s over kind zijn in de oorlog.

Wat hebben wij geleerd?
Wij hadden verwacht dat het werkstuk sneller tot een goedlopend geheel kwam. Je moest er meer tijd in steken dan dat wij van te voren hadden verwacht. In het begin hadden wij erg veel moeite met het kiezen van een geschikt onderwerp. We hadden wel in ons hoofd dat wij het over de Tweede Wereldoorlog wilden doen, omdat dat ons erg interesseert. Nadat wij een presentatie zagen van Mevrouw Diele, een kind van een NSB’er, wisten we dat de NSB ons erg trok. De NSB is een erg groot onderwerp, daarom hebben wij een klein deel ervan genomen. Psychologie trekt ons allebei ook en daarom deden wij het over de psychische gevolgen van de kinderen van de NSB.

Wat wij hebben geleerd van dit onderwerp is dat de gedachten over de Tweede Wereldoorlog nooit stoppen. De een achtervolgt het elke dag en de ander alleen op 4 en 5 mei. Een actueel verschijnsel van ons onderwerp is 4 mei 2013, Dodenherdenking. Een zoon van een bekende NSB’er zou een gedicht voorlezen maar enkele leden van het bestuur die de Dodenherdenking regelt zijn het hier niet mee eens. Zo blijkt dat er nog steeds, zelfs in 2013, mensen afkeer hebben van de NSB en de kinderen ervan.

Dit krantenbericht vonden wij erg schokkend om te lezen. Omdat deze man er niets aan kan doen dat zijn vader ‘fout’ is geweest en dat hij hier wel op aangekeken wordt. Toen wij wisten wat het onderwerp van ons profielwerkstuk werd, hebben wij gelijk Mevrouw Diele gemaild en gevraagd of wij haar mochten interviewen. Wanneer wij bij haar aan de keukentafel zaten, met een schaaltje koekjes en een lekker warm kopje thee, kregen wij toch wel even een rilling over ons heen toen zij ons vertelde wat ze had meegemaakt. De informatie die zij ons gaf, deed heel veel met ons. Elke keer als wij weer aan het verhaal denken of het vertellen aan een ander, doet het ons altijd weer wat. Toch wilden wij dat deze informatie werd verspreid, omdat we het erg belangrijk vinden dat dit geen verzwegen verhaal wordt.

Bronnenlijst
1. Bas Kromhout, Fout geboren, (Amsterdam, 2004), 36-37

2. Bas Kromhout, Fout geboren, (Amsterdam, 2004), 38-39

3. Bas Kromhout, Fout geboren, (Amsterdam, 2004), 44-45

4. Bas Kromhout, Fout geboren, (Amsterdam, 2004), 165-166

5. Bas Kromhout, Fout geboren, (Amsterdam,2004), 204

6. Bas Kromhout, Fout geboren,(Amsterdam,2004) 206-207

7. Bas Kromhout, Fout geboren, (Amsterdam,2004) 207

8. Bas Kromhout, Fout geboren, (Amsterdam, 2004) 211

9. Bas Kromhout, Fout geboren (Amsterdam, 2004) 213

10.http://deoorlog.nps.nl/page/mappen/780354/NSB%20tijdens%20de%20bezetting

11. http://deoorlog.nps.nl/page/personen/780038/Anton+Mussert?afl=3

12. http://www.destentor.nl/algemeen/binnenland/zoon-rost-van-tonningen-spreekt-op-4-mei-1.339802 De stentor, 4 mei 2013, zoon Rost van Tonningen spreekt op 4 mei.

13. http://forum.fok.nl/topic/1991232

14. https://www.google.nl/search?q=nsb&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ei=auLGUrfQIsSP0AWP1YEQ&ved=0CAcQ_AUoAQ&biw=1920&bih=978

15. Hein Hoffman, 13 in de oorlog, (Amsterdam, 2010), 62

16. Hein Hoffman, 13 in de oorlog, (Amsterdam, 2010) 69

17. http://home.zonnet.nl/hagespraak/nsb.htm

18. J. Goedhart, fascisme in Italië en Nationaal-Socialisme in Duitsland 1918-1939, (Zutphen, 1979), 24

19. Jaitsche Wassenaar, Het pak van mijn vader, (Leeuwarden, 2009), flaptekst

20. http://www.scholieren.com/praktische-opdracht/23658

21. http://www.verzetsmuseum.org/kinderen/nl/voorkant/nsb

22. W. Banning, Het nationaal-socialisme, (Arnhem,1932), 59-60

23. https://www.werkgroepherkenning.nl/

24. http://nl.wikipedia.org/wiki/Nationaal-socialistische_Beweging

25.http://nl.wikipedia.org/wiki/Nationaalsocialistische_Duitse_Arbeiderspartij

26. 13 in de oorlog – aflevering 3 – NSB

27. Bibliotheek Ommen en Provinciale bibliotheek Zwolle

Logboek

Datum: Tijd: Omschrijving:
Onderwerp zoeken, informatie zoeken 2 juli 2013 9.00 – 14.30 Onderwerp: psychische gevolgen van de kinderen van de NSB
Informatie zoeken, e-mails versturen 4 juli 2013 13.00 – 17.00
In zomervakantie – Email contact, vragen bedenken, onderwerp uitbreiden
voorbereiding 30 augustus 2013 8.30 – 14.30 Gesprek begeleider, boeken zoeken, afleveringen kijken NSB, deel NSB maken
Voorbereiding interview 5 september 2013 15.00 – 17.00 Vragen maken, voorbereiden op interview
Het interview 10 september 2013 9.15 – 19.00 Zakelijk dagje uit, uitschrijven interview
14 september 2013 11.00 – 15.00 Samenvatten interview, netjes noteren
26 september 2013 14.00 – 17.30 Hoofdstuk gemaakt van profielwerkstuk
3 oktober 2013 14.00 – 17.30 Deel van hoofdstuk gemaakt
Herfstvakantie 2013 – Boek gelezen ‘de andere kant’
14 november 2013 15.00 – 17.30 Vragen bedacht onderzoek 3 generaties, logboek gemaakt, titels bedacht, tekst netjes gemaakt
Gesprek Menger 20 november 2013 15.45 – 16.15 Gesprek over ‘hoe nu verder’
3 generaties 22 november 2013 13.30 – 15.45 Opa en oma Myrte geïnterviewd
3 generaties 25 november 2013 ouders + zus Esther geïnterviewd
3 generaties 26 november 2013 15.30 – 17.00 Ouders + zusjes Myrte geïnterviewd
3 generaties 27 november 2013 15.30 – 16.30 Opa + oma Esther geïnterviewd
28 november 2013 15.00 – 17.30 Onderzoek samenvatten , kenmerken
29 november 2013 14.30 – 17.30 Pws uitbreiden ontstaan NSB, bronnen zoeken, boeken bieb.
Naar de bibliotheek in Zwolle 6 december 2013 13.00 – 15.00 Naar meer informatie zoeken in boeken over kinderen van foute ouders, het nationaal – socialisme en de NSB
Esther 8 december 2013 14.00 – 16.00 Tekst nakijken en anders noteren
Esther 9 december 2013 16.00 – 17.00 Informatie uit boeken van Meneer Menger zoeken en uitschrijven. Enkele krantenberichten gezocht.
Esther 16 december 2013 09.15-09.50 Het nationaalsocialisme uitbreiden, met citaten en informatie uit boeken.
Esther 16 december 2013 16.30 – 17.00 Het nationaalsocialisme uitbreiden en het voorwoord maken.
Esther 27 december 2013 16.00 – 17.30 De lay-out veranderen.
Myrte 29 december 2013 12.00 – 16.00 Informatie uit boeken halen, meningen meer representatief maken, slotwoord(samenwerking) maken.
Myrte 30 december 2013 13.00 – 15.00 Bekijk van lay out, bespreken wat er nog meer gedaan moet worden, meer uitbreiding van de teksten.
31 december 2013 11.30-14.00 Teksten representatief gemaakt. Inhoudsopgave en lay-out veranderd.
3 januari 2014 14.00 – 17.30 Noten bijschrijven, slotwoord uitbreiden, conclusie trekken, lay-out bewerken.
4 januari 2014 12.00- 13.00 Notenlijst afmaken en de laatste puntjes op de ‘i’ zetten.
5 januari 2014 12.00 – 16.00 Literatuuronderzoek in elkaar zetten. En de lay- out perfect maken.

Bijlage
Wat ons opviel in de interviews die wij met Mevrouw Diele en Meneer Teyken hebben gedaan was dat Mevrouw Diele en Meneer Teyken elkaar tegenspreken. Meneer Teyken zegt dat de Joden het vergeven hebben maar Mevrouw Diele zegt dat de Joden het er nog steeds moeilijk mee hebben. Dat weet ze omdat in haar werkgroep ook Joodse mensen zitten die er nog erg mee zitten. En ook omdat ze duo groepslessen geeft met een Joodse Meneer die het ook moeilijk vindt de dingen te vergeven. Hieronder staan de notities van de interviews met Mevrouw Diele en Ray Teyken.

Mevrouw Diele
Wie bent u? (naam , leeftijd)
Waar woonde u vroeger? Hoe oud was u toen?

– Wat voor rol had u vader in de NSB?

– Wat merkte u er van? (wist u wat de NSB was, schrok je ervan dat je vader daar bij zat, kreeg je een ander beeld over je vader) en hoe reageerde de mensen in de eerste instantie van uw gezin?

– Wanneer begon het pesten tegen u? Hoe pestte ze u? Wat vond u het ergst?

– Bent u nog vrienden kwijt geraakt toen ze wisten dat u vader een NSB’er was?

– Kende u in die tijd nog andere NSB’ers? Hadden die kinderen? Zo ja, ging u daar mee om?

– En hoe is het nu, word u nog gepest? Heeft u nu nog last van bepaalde onderwerpen, uitspraken?

– Wat vinden u kinderen en eventueel kleinkinderen ervan? Hebben zij er ook last van?

– Waarom wilde u met het verhaal naar buiten komen? Vond u dat moeilijk of ging dat vrijwel van zelf?

Voorzitter van de Joodse gemeenschap

Wie bent u? (naam, leeftijd)
Waar woonde u vroeger en hoe oud was u toen?

1. Heeft u zelf iets meegemaakt van de situatie in de oorlog? Heeft u ook gemerkt dat er steeds meer dingen werden beperkt voor de joden

2. Had u vroeger ook te maken met een concentratiekamp of iets dergelijks? Zo ja wat?

3. Heeft u nog last van bepaalde onderwerpen?

4. Wat was de kijk van de joden op de NSB vroeger?

5. Wat was de kijk van de joden op de NSB nu? Bent u zelf nog boos?

6. Heeft de NSB u of uw familie of bekenden aangedaan, wat u nog steeds bijstaat?

Notities van interviews Ray Teyken en Jeanne Diele

Ray Teyken, voorzitter Joodse gemeenschap.
Er wordt niet veel over de Tweede Wereldoorlog gesproken. De joodse mensen zijn zeer vergevingsgezind. Ze willen alles het liefst vergeten en vergeven en doorgaan met hun nieuwe leven. Als je niet vergeeft gaat dat ten koste van je eigen leven en dat willen we niet. Ray: ‘Het mooie van het joodse geloof is dat wij goed zijn in vergeven. Je probeert gebeurtenissen te vergeven, net zoals de Tweede Wereldoorlog.’ Je hebt geen tijd om nog verwijten te maken, je bent te druk bezig met je eigen leven en je carrière. Alleen de oudere mensen vallen terug als zij met pensioen gaan, zij gaan overal over nadenken en denken dan vaak terug aan de nare tijd in de Tweede Wereldoorlog. Je ziet dat mensen na het pensioen vaak getraumatiseerd raken. Maar het blijft wel een persoonlijk iets. Er waren niet specifieke NSB’ers die zij kenden uit hun dorp bijvoorbeeld. Die zij erop aan konden wijzen.

Degene die het hardst schreeuwde in de politiek, kreeg de meeste aanhangers. Zoals de NSB. Ook Joden waren in eerste instantie aanhangers van de NSB totdat de NSB de rechterhand van Duitsland werd. Toen waren de Joden geen aanhangers meer. Want voordat de oorlog begon was de NSB een politieke partij, die alle narigheid in Nederland zou oplossen. Het was een voorbeeld van wat er in Duitsland was gebeurd. Ook daar heerste armoede en daar ging het beter mee, naar mate de NSDAP de leiding nam. Zelfs Anton Mussert, de leider van de NSB, zei tegen de Duitsers dat de aanpak van de Joden te heftig was.

De kijk van de joden op de kinderen van de NSB, zegt ze helemaal niets meer. Ze zijn misschien nog meer slachtoffer dan de NSB’ers zelf. Zij kunnen er niets aan doen, dat de ouders van hen hebben gekozen voor de NSB. Ray: ‘Als er hier een kind van een NSB’er naar binnen zou lopen, zal ik zeggen dat hij er bij mag gaan zitten, hij wordt gewoon gelijk behandeld.’

De NSB’ers verraadden veel mensen, daar kreeg je ook geld voor. Mensen gingen de aanval in. Ze zeiden: ‘ heb je gezien wat hij gedaan heeft?’ Mensen richten de aandacht op een ander.

Verschil dorp en stad
De mensen in dorpen werden minder opgepakt door de Duitsers. De Duitsers waren niet bezig met de dorpen of gehuchten. Ze waren meer bezig met de grote steden en ze wisten natuurlijk wel dat de dorpen er waren. Maar als de steden ‘leegliepen’ breidden ze zich uit over de dorpen. In de grote steden mochten Joden op veel openbare plekken niet meer komen. In het dorp was dat wel anders, je mocht in veel openbare plekken nog wel komen, maar de Joden moesten ook voorzichtig zijn en ze konden niet ineens overal verschijnen. Maar in de laatste jaren van de oorlog, mochten de Joden in dorpen ook niet in de bakkerij komen.

Naam: Ray Teyken
Geboortedatum:
1. De wettelijke: 6 januari 1947
2. De Hebreeuwse: Tevert 14. Soms valt die datum half december/ soms eind december. ‘maankalender.’
Geboren in Friesland. Hij heeft ook in Canada en de Verenigde Staten gewoond. Hij heeft daar gewoond omdat daar het joodse leven makkelijker was. Daar waren echt dorpen met een joodse gemeenschappen. Zodat ze samen kunnen zijn en leven. Hij woont momenteel in Meppel. Ook gaat hij vaak een paar maanden naar Israël. Daar bouwt hij het land op. Ook runt hij daar een hostel voor mensen die ook meehelpen.

Jeanne Diele, kind van een NSB’er

Naam: Jeanne Diele
Geboortedatum: 1938. Ze was 2 jaar toen de oorlog begon en 7 jaar toen de oorlog eindigde.
Geboorteplaats: Ze is geboren in Almelo. Ze verhuisde na de oorlog naar Den Haag in verband met de situatie waarin haar vader verkeerde. Niemand kende daar hun achtergrond.
Woonplaats: Haar huidige woonplaats is Zwolle.

Hierdoor ontstonden de psychische gevolgen:
– Angst voor ontdekking, dat jij kind van een NSB’er was.
– Het gepest worden, daardoor werd je buitengesloten en hoorde je er niet bij.
– Familiegeheim, er wordt niet over gepraat, je kreeg een smoes te horen, of je was gewoon te klein en zou het je later worden verteld.
– Verlies van je bezittingen, je huis werd ingenomen en al je bezittingen in dat huis werden gewoon gestolen en je kon daarvoor niet naar de politie gaan. De politie was ook tegen de NSB. Je leefde in armoede verder, ook al heb je hoge diploma’s, niemand nam je meer aan omdat je een NSB’er was.
– Je voelt je in de steek gelaten.
– Je raakt jezelf kwijt. Identiteitsproblemen. Je blijft hangen aan de geschiedenis.
– Angst voor afwijzing. De angst is heel groot, dat blijft je hele leven hangen.
– Aanpassen en niet veel opvallen.
– Wantrouwen, je kon niemand vertrouwen.
– Schaamte, sommigen hebben schaamte voor de keuze van hun vader.
– Schuldgevoel
– Onmacht

Met Dolle Dinsdag dacht ze dat ze gewoon op vakantie naar Duitsland zouden gaan.
Haar broer wil er niet over praten, hij wil er niets mee te maken hebben. Hij was in de oorlogstijd wat ouder dan Jeanne en snapte er dus meer van. Maar hij stopte zijn gevoel, begrip weg. Hij zegt dat hij heel veel niet meer weet.

Na het einde van de oorlog moesten de NSB-gezinnen hun leven weer opbouwen, dat kostte veel ouders heel veel moeite. Veel gezinnen gingen daarom ook uit elkaar.

Nu voelen nog steeds kinderen van de NSB zich heel ellendig, zelfs kleinkinderen van de NSB hebben het er moeilijk mee. De kinderen en kleinkinderen van Jeanne vonden haar anders. Zij vond haar vader een echt voorbeeld. Voor haar was haar vader echt een vaderfiguur geweest, maar als ze dan naar andere gezinnen keek, zag ze dat dat wel anders was. Alles wat zij van haar vader had gekregen, gaf zij ook weer over op haar eigen kinderen en kleinkinderen. Het hele innige had ze dus niet. Ze hield heel veel van haar kinderen en kleinkinderen, maar dat liet ze nooit echt merken.
‘U bent een warme moeder, maar het komt er niet uit’, zegt een van haar kinderen aan Jeanne. Jeanne zei: ‘Ik was therapeut en ik zag het bij anderen wel, maar niet bij mezelf.’ Zelf heeft Jeanne niet meer de schaamte van de keuze van haar vader. Wel heeft zij dat ze haar gevoelens niet kan uiten.

De kinderen van Jeanne nemen het wel over, haar dochter had visite in huis op een avond dat er een documentaire opkwam, waar Jeanne in voor kwam. Alleen dat durfde die dochter niet te kijken, met de visite erbij. Ze praten er niet graag over.

De reden dat Jeannes vader bij de NSB was dat hij naar Duitsland keek was dat hij zag dat de situatie in Duitsland verbeterde.

De vader was opgegroeid in een deftig gezin, hij mocht niet met andere jongetjes spelen en hij hoorde er niet echt bij. In Den Haag werd hij ‘Meneer de Baron’ genoemd omdat hij er altijd deftig bij liep en hij was drogist, dus veel mensen met problemen over de gezondheid kwamen bij hem.
De moeder was opgegroeid in een arbeidsgezin, met een beetje armoede. In Den Haag werd zij het ‘Sociale vrouwtje’ genoemd.
Dit vormde samen de middenstand, dus Jeanne is opgegroeid in de middenstand.

Jeanne en haar broers dachten dat hun vader gewoon lid van de NSB was en daarom was veroordeeld voor 4 jaar. Maar dat bleek later niet waar te zijn. 12 jaar geleden hebben Jeanne en haar broers in Den Haag in het dossier van haar vader gekeken, naar wat voor rol hij had in de NSB.
Hij was landwachter. Dat is het ergste soort van NSB. Hij was betrokken bij een razzia, waarbij een joods gezin verdween en nooit meer terug kwam en dus waren vergast. Ze wilde weten waarom hij dat gedaan had, alleen heeft ze nooit de kans gekregen om dat te vragen, want haar vader was namelijk al overleden.
Op een avond zat ze rechtop in haar bed en riep ze: ‘Moordenaar, ze hadden je levenslang moeten geven.’ Ze wilde hier wat mee en ze wilde het laten zien.

Kinderen van NSB’ers die nu nog in dezelfde gehuchten wonen hebben er nu nog steeds last van, dat ze worden nagewezen of zelfs worden uitgescholden.

Verschil tussen weten en voelen. Je weet dat niemand je meer slecht vindt en zo over je denkt, maar toch voel je dat wel.

Pesten
Jeanne gaf vroeger de andere gelijk dat ze haar gingen pesten, zij begreep de anderen. Daardoor pestten ze maar door. Jeanne was en is een heel sociaal mens en wil er graag bij horen en daarom was ze een ‘prachtig object om te pesten’, zegt Jeanne. Ze dacht haar hele leven dat school en het onderwijs gewoon niet leuk was. Vroeger dachten veel mensen dat de ‘slechtheid’ in de genen zat en dus geërfd kon worden. Dus als je vader of moeder slecht was, zou jij als dochter of zoon dat ook wel zijn. Daarom werden ze ook gepest.

Hoe werd je gepest:
– Je werd uitgescholden, als je langs liep kreeg je te horen: ‘NSB’er, NSB’er!’
– Je moest karweitjes doen: je mocht niet meedoen met spelletjes, maar je moest wel de ballen rapen of als iemand iets liet vallen, moest jij dat gaan oppakken.
– Jeanne kon de ‘r’ niet uitspreken, dus lieten ze haar tegen de muur stsan en moest ze expres woorden zeggen met de ‘r’ erin. En als ze dat deed, kwam het er natuurlijk heel raar uit en lachten de pesters haar uit.
– Ze moest achter in de klas gaan zitten, van de docent. De docenten deden dus helemaal niets, ze namen het niet op voor de gepeste kinderen.
– Met Koninginnedag mocht ze niet op de wagen zitten, want volgens de docent was ze een landverrader en geen Nederlander meer.
Op een deur van een school stond een keer: ‘Welkom, oorlogskind Jeanne Diele.’ Dat deed haar heel erg veel want ze werd voor het eerst welkom geheten op een school.

Nog steeds kan Jeanne niet goed tegen onenigheid en tegen kritiek.

Als je leert praten over je gevoelens en je achtergrond, komt het goed. Nadat Jeanne dit deed, begreep de dochter van Jeanne haar. Praten lost veel op.

Jeanne durfde haar gevoel niet te uiten. Haar gevoel mocht er niet zijn. Een paar weken geleden is er een boek uitgebracht over de ervaringen van Jeanne. Ze durft echter niet tegen haar dochters te zeggen dat ze het fijn zou vinden dat zij het boek zouden lezen.

Qua opvoeding durfde Jeanne wel duidelijk te zijn. De kinderen kregen soms wel eens slaag van een mattenklopper.

Waarom wilde u er mee naar buiten?
Als je er niet over praat, dan kent de rest het verhaal niet. Dan moeten ze het hebben van de geschreven documenten. Ze vindt het heel belangrijk dat zo veel mogelijk mensen deze gebeurtenis kennen.

Esther Ekkelkamp & Myrte Knol hebben er zeer veel werk van gemaakt en tijd in geïnvesteerd om een voor hun zo goed mogelijk beeld te krijgen van hun doelstelling en onderwerp. Beiden hebben dit prachtige Profielwerkstuk op maandagavond 20 januari 2014 gepresenteerd in een ‘bom vol’ lokaal en zijn hiervoor beloond met een dikke 9.

Wij als Stichting Werkgroep Herkenning zijn uitermate trots op beiden scholieren en hun mentor de heer Jan Menger die dit samen tot een prachtig profielwerkstuk hebben gebracht. Wij danken beiden scholieren voor het bijzonder fijne contact en de diepe belangstelling voor dit onderwerp.

Ook grote waardering voor de school Het Vechtdal College in Ommen, om dit toch ‘moeilijke’gedeelte van de periode 40-45 te blijven bespreken en/of te belichten. Meerdere gastsprekers zijn hiervoor uitgenodigd geweest en hebben een dusdanig positieve uitwerking gehad op de scholieren, welke nu eigen onderzoek uitvoeren om hun interesse te bevredigen.

Laat dit een voorbeeld zijn voor de huidige jeugd (en ouderen) van tegenwoordig op dat het verhaal en deze ervaringen verteld moeten blijven worden.


ARCHIEF

ZOEKEN

EnglishGermanFrenchDutch