Verdriet over mijn Foute Vader

  • -

Verdriet over mijn Foute Vader

Verdriet over een Foute Vader, Nederlanders komen naar buiten met hun familiegeheimen.

 

 


© anp. De Intocht van de geallieerden tijdens de bevrijding van Nederland.

In korte tijd verschenen zes boeken over kinderen van vaders die in de oorlog aan de Duitse kant stonden. Opmerkelijk, want over foute ouders wordt toch nog vooral gezwegen.
Zangeres Leoni Jansen ontdekte in het Nationaal Archief in Den Haag het ware verhaal van haar vader. Hij bleek in het Afrikakorps van Wehrmacht-generaal Rommel te hebben gevochten. Sportjournalist Marcel Rözer beschreef hoe hij stukje bij beetje de waarheid van zijn foute vader (Waffen-SS) en grootvader (NSB) ontdekte en vroeg zich af waarom dat verleden hem zo zwaar op de schouders drukt.

Topje van de ijsberg
Is het toeval dat behalve Jansen en Rözer in korte tijd nog vier anderen boeken schreven over kinderen van ouders die tijdens de Tweede Wereldoorlog aan Duitse kant stonden? Dat is volgens schrijfster Bettina Drion bepaald niet het geval. Nog steeds houden veel Nederlanders het geheim van het foute verleden van hun familieleden angstvallig voor vrienden en collega’s verborgen.

Die zes boeken zijn volgens haar zelfs het topje van de ijsberg. “Na 1945 hebben volgens het Nationaal Archief 350.000 mensen voor collaboratie terecht gestaan. Maak maar een grove rekensom. Als deze mensen gemiddeld twee kinderen en twee kleinkinderen hebben gekregen, kom je uit op 1,4 miljoen Nederlanders. Dat is bijna één op de tien Nederlanders en toch hoor je daar heel weinig over.”

Drion dacht lange tijd zelf dat zij aan de ‘goede’ kant van de oorlog stond. Haar achternaam is Joods en zij had het vermoeden dat haar tijdens de Tweede Wereldoorlog overleden opa slachtoffer was geweest van de nazi’s. Haar ouders hadden haar in die waan gelaten. Pas toen zij 28 was onthulde Drions vader dat opa bij de SD (Sicherheitsdienst) had gezeten en twee dagen voor de bevrijding door het Militair Gezag in het zuidelijke deel van Nederland was geëxecuteerd. Hij was de eerste Nederlandse collaborateur die voor het vuurpeloton aan zijn einde kwam.

Tien jaar lang sleepte Drion dit geheim als een molensteen met zich mee, totdat het tot haar doordrong dat het zwijgen hierover de kwestie alleen maar verergerde. Zij schreef in 2011 over haar grootvader de roman ‘Porselein’. De reacties die daarop loskwamen leidde tot het onlangs uitgekomen non-fictieboek ‘Scherven’ over kinderen die met het trauma van een foute (groot)ouder worstelen. Zij ontdekte dat in de praktijk bijna niemand aan die erfzonde kan ontsnappen. Grimbert Rost van Tonningen was de enige die onder zijn eigen naam aan de interviews wilde meewerken.

Gedwongen zwijgen
Het sterkst zag Drion dat trauma bij haar eigen vader, die negen was toen zijn vader werd geëxecuteerd. Samen met zijn moeder verhuisde hij na de oorlog naar een andere plaats om een nieuwe identiteit aan te nemen. “Hij heeft zijn hele leven daarover moeten zwijgen, zich klein gehouden uit angst dat men hem zou opmerken. Kansen durfde hij niet te grijpen. Nooit durfde hij een discussie aan te gaan uit angst dat men iets van hem zou weten. Hij voelde zich uiterst kwetsbaar. Mijn vader is door de oorlog zwaar getraumatiseerd, terwijl hijzelf volkomen onschuldig was.”

Historicus Zonneke Matthée meent dat het gedwongen zwijgen over het verleden ¿ niemand zit te wachten op een zeurverhaal over een NSB’er – een traumaverwerking in de weg staat. De sfeer in Nederland is er nooit naar geweest dat mensen hierover konden praten. “Laten we wel zijn: niemand durft in het café aan collega’s te vertellen uit wat voor foute familie hij komt”, aldus de aan het Niod verbonden onderzoekster. “Dat is anno 2013 toch wel treurig.”

Het klimaat om te praten over mensen die voor en tijdens de oorlog de fout zijn ingegaan, is de laatste jaren verslechterd vindt Matthée. In 1983 hield historicus Hans Blom, die later directeur van het Niod zou worden, zijn beroemde oratie aan de Universiteit van Amsterdam waarin hij opriep om afstand te nemen van het zogeheten goed/fout-denken. We moesten meer oog hebben voor de enorme verscheidenheid van de Tweede Wereldoorlog.

“Vanaf dat moment leek er steeds meer ruimte te komen voor kinderen van foute Nederlanders om hun verhaal te doen”, zegt Matthée. Die ontwikkeling werd volgens haar nog eens versterkt door de oprichting van de Werkgroep Herkenning in 1981 die hulp bood aan kinderen en kleinkinderen van NSB’ers.

Stroom aan boeken
Een stap terug was volgens haar de publicatie van het boek ‘Grijs verleden’ waarin historicus Chris van der Heijden onder meer stelde dat mensen veelal per toeval in het verzet en bij de NSB terecht waren gekomen. “De afgelopen twee jaar is de toon tussen de aanhangers van Chris van der Heijden en de tegenstanders, bij voorbeeld Eveline Gans, enorm verscherpt. Mensen zijn nu toch weer huiverig om hun familiegeschiedenis bloot te geven.”

De stroom boeken over foute ouders heeft volgens Ismee Tames niets te maken met het wegvallen van een taboe op dat onderwerp. Tames is onderzoeker van het Niod en schreef in 2009 het boek ‘Besmette jeugd’, over kinderen van NSB’ers na de oorlog. “Maatschappelijk is dat taboe weggevallen, maar in de persoonlijke sfeer kan dat bij iedereen weer anders liggen.”

Opvallend vindt Tames dat de recent verschenen boeken vooral de familiegeschiedenis tot thema hebben. “De schrijvers gaan terug in de tijd en proberen boven water te krijgen wat die vader of moeder dan precies heeft gedaan. Zij vragen zich dan af hoe zij zich tot die daden verhouden; of zij nog steeds van die vader of moeder kunnen houden en of zij zelf ook die fouten zouden hebben gemaakt.”

Zij ziet een groot verschil met de boeken uit de jaren tachtig, die over het algemeen juist niet over de ouders gingen, maar over de kinderen zelf. “Over hun moeilijke jeugd, hoe zij aangekeken werden op het verleden van hun ouders. Die boeken waren een schreeuw om erkenning en hulp in de richting van de samenleving, een oproep om hen niet af te wijzen.”

Zoektocht
De stroom boeken over kinderen van foute Nederlanders plaatst Tames eerder in het kader van de familiegeschiedenissen die de laatste jaren zeer populair zijn geworden. “Mensen hebben boeken als het ‘Pauperparadijs’ van Suzanna Jansen verslonden. Bovendien zijn boeken over de Tweede Wereldoorlog ook populair. Die twee genres komen in de boeken van kinderen van foute ouders bij elkaar.”

Feitelijk maakte ook Bettina Drion een zoektocht naar de geschiedenis van haar familie. Zij ontdekte dat haar opa lid was geweest van de NSB. Tijdens de oorlog maakte hij zogeheten stemmingsbrieven, hij rapporteerde hoe mensen over de bezetting dachten door in cafés zijn oor te luisteren te leggen. In 1944 werd hij ontslagen en trad hij in dienst bij de Sicherheitsdienst. Zijn eerste opdracht was om in Zuid-Nederland, dat reeds bevrijd was, militaire informatie te verzamelen. Daar werd hij als een van de eerste landverraders door leden van het verzet opgepakt. Een krijgsraad veroordeelde hem ter dood wegens opzettelijke hulpverlening aan de vijand. “Het was verschrikkelijk om deze waarheid uit de archieven te moeten opduiken”, zegt Drion. “Ik wil zijn daden niet vergoelijken. Ik verafschuw de keuzes van mijn opa, maar door over hem te schrijven kreeg ik wel beter inzicht in zijn dilemma’s.”

Prikkelende vraag
Drion snapt het mechanisme dat ertoe leidt dat kinderen van foute Nederlanders met de nek worden aangekeken. “Aan dat stigmatiseren heb ik zelf ook meegedaan toen ik nog niet de geschiedenis van mijn opa kende. Maar de tijd is gekomen om daar een eind aan te maken. Ook voor nazaten van NSB’ers moet ruimte komen om vrijuit over hun verdriet over de oorlog te praten.”

De prikkelende vraag die zij opwerpt is: wat is het verschil tussen een kind van een vermoorde Joodse vader en een kind van een geëxecuteerde SD’er? “Zij zijn beiden onschuldig. Zij zijn beiden slachtoffer, want zij verloren hun vader, zij werden in kampen gezet, het huis werd afgepakt en zij kwamen in weeshuizen terecht.”

“Ik snap goed dat reguliere oorlogsslachtoffers rillen van de gedachte dat er ook aandacht komt voor kinderen van NSB’ers. Maar de oorlog ligt nu zo ver achter ons dat die ruimte er wel moet komen. Ik hoop dat beide groepen over elkaars pijn gaan nadenken. Ik vind niet dat de herdenking aan betekenis verliest als ook nabestaanden van NSB’ers daarin een plek zouden vinden. We voegen nuances aan die herdenking toe. Het zou wederzijds begrip verbeteren en de waarde van goede keuzes benadrukken.”

Het was volgens Drion begrijpelijk dat het gedicht van een jongen wiens oudoom voor de SS aan het oostfront had gevochten, niet werd voorgelezen bij de nationale dodenherdenking van vorig jaar. “Dat was een brug te ver, dat voel ik ook wel aan. Maar elk jaar is er een ontwikkeling gaande die ook voorziet in het verdriet van ‘foute’ kinderen. Zij zijn onschuldig, waarom zouden zij een erfzonde moeten dragen.”

Van ‘Scherven’ tot ‘Met pa valt niet te feesten’

Bettina Drion: ‘Scherven. Nazaten van foute Nederlanders over hun familieleven’. Marmer.

Leoni Jansen: ‘Geheim. Het oorlogsverhaal van mijn vader’. De Kring.

Marcel Rözer: ‘Zo vader. Een keuze voor de Waffen-SS die generaties lang nadreunt’. Nijgh & Ditmar.

Zonneke Matthee: ‘Verzwegen levens. Vrouwen uit een fout gezin’. Conserve.
Historicus Matthee interviewde vrouwen die ofwel zelf lid waren van de NSB ofwel wier ouders dat waren. Zij beschrijft de ervaringen en andere gebeurtenissen op de latere levens van deze jonge vrouwen en meisjes.

Grimbert Rost van Tonningen: ‘Het juiste moment’. Cossee.
Zoon van NSB-leiders Meinoud en Florrie Rost van Tonningen schrijft een roman over een hoofdpersoon die in archieven op zoek gaat naar het naziverleden van zijn familie. In een buitenlands archief ontmoet hij een Joodse vrouw die net als hij zoekt naar gegevens over haar vermoorde familieleden.

Guus Dijkhuizen: ‘Met pa valt niet te feesten’. Nieuwe Druk. Dijkhuizen beschrijft in romanvorm zijn jeugdjaren na de Tweede Wereldoorlog. Zijn vader werd gearresteerd omdat hij bij de Waffen-SS in dienst was getreden. Zijn jeugd kenmerkte zich door jarenlange verwaarlozing en een treurigmakende gang langs talloze kindertehuizen.
BRON: Trouw, Meindert van der Kaaij − 04/05/13


ARCHIEF

ZOEKEN

EnglishGermanFrenchDutch